Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Allemaal Amsterdammers

De afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek en haar voorgangers verzamelen al sinds 1894 feiten en cijfers over de stad Amsterdam. Ook over de bevolking.

De Duitser Anton Sinkel opent op 22 april 1822 aan de Nieuwendijk een winkel in wol en katoenen en zijden manufacturen. De Winkel van Sinkel is het eerste warenhuis van Amsterdam en de zaak is zo groot dat er vijftig mensen tegelijk bediend kunnen worden. Net als Clemens en August Brenninkmeijer van C&A is Anton Sinkel uit Westfalen afkomstig en naar Amsterdam gekomen om er een zaak te beginnen.

Het Winkelhuis van Sinkel op de Nieuwendijk, circa 1830.Het Winkelhuis van Sinkel op de Nieuwendijk, circa 1830.(Bron: Stadsarchief Amsterdam)

In 1889 wonen er 6.607 ‘vreemdelingen’ (de gebruikelijke term in die jaren) in Amsterdam, zo staat te lezen in het eerste Statistisch Jaarboek der Gemeente Amsterdam. Dat is 1,6 procent van alle Amsterdammers. En uit een volkstelling datzelfde jaar gehouden, weten we dat twee van de drie vreemdelingen afkomstig is uit Duitsland. Het aandeel vreemdelingen blijft de daaropvolgende jaren stabiel.

In 1892 wordt het Nederlands Staatsburgerschap ingevoerd en kinderen van vreemdelingen die sindsdien worden geboren zijn Amsterdammers met de Nederlandse nationaliteit. In het begin van de twintigste eeuw is het overgrote deel van de Amsterdammers dan ook Nederlander. Dat geldt dus ook voor de kinderen van de naar schatting 60.000 Joden die rond 1900 in de stad wonen, zoals is vermeld in het Demografisch Eeuwboek Amsterdam van de Dienst Ruimtelijk Ordening.

Jonge ‘alleenlopenden’ in Amsterdam

In het begin van twintigste eeuw trekt Amsterdam vooral jonge mensen aan. In het Eeuwboek worden ze jonge ‘alleenlopenden’ genoemd, tussen de 18 en 30 jaar. Ook midden jaren vijftig zijn het vooral deze jongeren die naar de stad komen voor werk of studie. Van alle andere groepen, waaronder gezinnen, verlaten per saldo juist meer mensen de stad. Iets soortgelijks gebeurt in de jaren zestig en zeventig: er is alleen een vestigingsoverschot van jongeren tussen de 17 en 23 jaar.

Vestigings en vertrkoverschotten per 1000 inwoners naar de leeftijd, kwartaalberichten 1955.Vestigings- en vertrekoverschotten per 1000 inwoners naar de leeftijd. (Bron: Kwartaalbericht 1955-4, OIS)

In de jaren zestig komen de eerste gastarbeiders. Bedrijven die met een personeelstekort kampen halen goedkope en tijdelijke werknemers uit Spanje en Italië, later uit Turkije en Marokko. Ze vinden onderdak in pensions en soms worden ze gehuisvest in barakken. Zo verrijst aan de Klaprozenweg in Noord woonoord ‘Atatürk Yurdu’, voor Turkse werknemers in de scheepsbouw.

Woonoord Atatürk Yurdu voor buitenlandse werknemers, die werken in de scheepsbouw van de ADM en de NDSM, 1965.Woonoord Atatürk Yurdu voor buitenlandse werknemers, die werken in de scheepsbouw van de ADM en de NDSM, 1965. (Bron: Stadsarchief Amsterdam)

In het Statistisch Jaarboek 1970 is er al veel aandacht voor migratie en de samenstelling van de bevolking, hoewel het aandeel ‘vreemdelingen’ nog niet spectaculair is gestegen. De ‘multiculturele samenleving’ krijgt een paar jaar later vorm door gezinshereniging en gezinsvorming bij Turken en Marokkanen, en door Nederlanders die uit Suriname en de Nederlandse Antillen hun weg naar de stad vinden. In 1985 wonen bijna 25.000 Marokkanen in Amsterdam (3,7 procent van de bevolking), de sterkst groeiende bevolkingsgroep in de stad.

Aanschouwelijk Nederlands voor allochtonen vrouwen in stadsdeelkantoor Bos en Lommer, 1992.Aanschouwelijk Nederlands voor allochtonen vrouwen in stadsdeelkantoor Bos en Lommer, 1992. (Bron: Stadsarchief Amsterdam)

De groei van het aantal inwoners in de twintigste eeuw is níet het gevolg de stroom nieuwkomers in de stad maar van natuurlijke aanwas, concludeert het Eeuwboek. In de jaren zestig vertrekken veel Amsterdammers naar de nieuwbouw van Purmerend en Almere. Pas aan het eind van de eeuw maakt de toestroom van nieuwe Amsterdammers dat verlies aan inwoners goed.

In 1999 telt de stad 169 nationaliteiten. Amsterdammers van Surinaamse, Marokkaanse en Turkse afkomst vormen de grootste groep Amsterdammers met een migratieachtergrond. Nog steeds heeft dat jaar een merendeel van de inwoners (636.000 van de 727.095) de Nederlandse nationaliteit, maar elk jaar neemt dat aantal met enkele duizenden af.

Geboren en getogen in 2019

Het aantal mensen dat zich vanuit het buitenland in de stad vestigt, bereikt in 2018 een record: 38.424. De top 3 van vestiging uit het buitenland: India, Verenigde Staten en Groot-Brittannië. Het vrije verkeer van personen in de Europese Unie leidt tot een toename van Europeanen, en de globaliserende economie zorgt voor een toename van inwoners uit gevestigde (Amerikanen) en groeiende (Brazilië, Rusland, India, China) economieën. Oorlogen en vervolging leiden tot vluchtelingenstromen, waarvan een deel een nieuw thuis vindt in Amsterdam.

Buurtfeest in de Rijnstraat, 2016.Buurtfeest in de Rijnstraat, 2016. George Maas.

In 2019 hebben 714.951 van de 862.987 Amsterdammers de Nederlandse nationaliteit. Meer dan de helft van de Amsterdammers heeft een migratieachtergrond. Twintig jaar geleden is van de 35 tot 51 jarigen de meerderheid vanuit het buitenland naar de stad gekomen. In 2019 geldt dat voor de leeftijdsgroepen 33 t/m 70 jaar en 73 t/m 81 jaar.

estiging in Amsterdam vanuit buitenland naar land van immigratie, 2008-2018.Vestiging in Amsterdam vanuit buitenland naar land van immigratie, 2008-2018. (Bron: OIS)

Twintig jaar geleden waren geboren en getogen Amsterdammers zonder migratieachtergrond nog in de meerderheid bij 60-plussers. Nu zijn die Amsterdammers alleen nog in de meerderheid in Tuindorp Buiksloot, Waterland, Tuindorp Nieuwendam, Kadoelen en Nieuwendammerdijk/Buiksloterdijk. West heeft de hoogste percentages van geboren en getogen Amsterdammers met een migratieachtergrond: Geuzenveld, Osdorp-Midden, Slotermeer-Noordoost en Slotermeer-Zuidwest.