De partijkeuze van allochtonen in Amsterdam was bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen sterker op de PvdA gericht dan nu. Zo kreeg de PvdA destijds 87 procent van de Turkse stemmen, nu 59 procent; 77 procent van de Marokkaanse stemmen, nu 74 procent en 79 procent van de Surinaams/Antilliaanse stemmen, nu 53 procent. Over heel Amsterdam kreeg de PvdA aanzienlijk minder stemmen: 29 procent. Allochtone stemmers zijn dus in grote mate verantwoordelijk voor de uiteindelijke raadszetels van de PvdA.

Er is een aanzienlijke toename te zien in de stemmen op GroenLinks en D66 en in mindere mate de SP. We zien ongeveer dezelfde lijn bij de stedelijke uitkomsten. In 2010 stemt 15 procent van de Turken op GroenLinks (4 procent in 2006), Marokkanen 9 procent (in 2006 12 procent), Surinamers/Antillianen 18 procent (was 5 procent in 2006). Voor D66 geldt dat Turken van 1 procent naar 14 procent gaan, Marokkanen van 1 procent naar 10 procent en Surinamers/Antillianen van 0 procent naar 10 procent. De SP laat een toename zien onder de Turkse Amsterdammers (van 5 procent naar 10 procent).

Minder populair zijn VVD, CDA en TONLRV. De VVD trekt alleen 5 procent van de stemmen onder Surinamers/Antillianen. Het CDA heeft maximaal 1 procent. Er zijn bijna geen allochtonen in Amsterdam te vinden die op TONLRV stemmen. Voor deze partijen, maar vooral voor de VVD is de stedelijke uitkomst beter.

Aangezien er maar weinig allochtone kandidaten op verkiesbare plaatsen op de kieslijsten staan, is te verwachten dat het aantal allochtonen in de Gemeenteraad gaat verminderen van 10 naar 4 of misschien nog 5. Met deze scherpe daling zijn de allochtone inwoners van Amsterdam dus niet meer in hetzelfde percentage aanwezig in de raad (9 procent) als in de Amsterdamse bevolking (rond de 50 procent).