Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Amsterdam telt steeds meer ‘kapitaalstapelaars’

Cultureel en financieel kapitaal stapelt zicht steeds vaker op binnen huishoudens. Meer Amsterdammers hebben een hbo- of universitair diploma. Vooral het aandeel stellen met twee hbo/wo-opgeleide partners neemt de laatste jaren toe. Zij hebben ook vaak een hoog inkomen en zo stapelt het kapitaal zich op binnen huishoudens. Deze groep Amsterdamse ‘kapitaalstapelaars’ groeit, maar de ontwikkeling gaat niet in alle stadsdelen gelijk op.

Van alle volwassen Amsterdammers heeft 30 procent een universitaire opleiding afgerond en 19 procent heeft een hbo-diploma. Naast hbo/wo-opgeleiden onderscheiden we ook mbo-opgeleiden en basisopgeleiden. De groep mbo-opgeleiden bestaat uit personen met een diploma mbo-2 t/m 4 en personen met een havo- of vwo-diploma.

De groep basisopgeleiden bestaat uit personen met een basisschool- of praktijkopleiding, een vmbo-diploma of een mbo-1-diploma. De diploma’s in de categorie basisopgeleid gelden niet als een startkwalificatie.

Jonge generaties steeds vaker hbo/wo-opgeleid

Met name Amsterdammers van rond de 30 jaar oud hebben vaak een hbo- of universitair diploma. Daarna geldt: hoe hoger de leeftijd, hoe minder hbo/wo-opgeleiden en hoe meer basisopgeleiden. Veranderingen in de leeftijdssamenstelling van de Amsterdamse bevolking hebben de afgelopen jaren bijgedragen aan de groei van het aandeel hbo/wo-opgeleiden. De totale bevolking van Amsterdam is gegroeid, waarbij vooral het aantal twintigers en dertigers sterk is toegenomen. Onder hen zijn veel hbo/wo-opgeleiden en nauwelijks basisopgeleiden.

Ook landelijk geldt dat mensen van rond de 30 jaar oud vaker hbo/wo-opgeleid zijn dan oudere generaties. De verschillen tussen generaties zijn landelijk echter minder groot dan in Amsterdam: een groter aandeel van de twintigers en dertigers is basis- of mbo- opgeleid. Daarbij is de landelijke bevolkingspiramide gelijkmatiger verdeeld, met naar verhouding minder mensen tussen de 20 en 40 jaar en meer 50-plussers dan in de hoofdstad.

De verhouding tussen mannen en vrouwen verschilt per leeftijdscategorie. Onder oudere generaties zijn mannen vaker hbo/wo-opgeleid dan vrouwen, onder jongere generaties is dit andersom.

De sterke groei van de groep hbo/wo-opgeleiden in Amsterdam is voor een belangrijk deel het gevolg van binnenlandse migratie. Inwoners van Amsterdam die elders in Nederland geboren zijn (buiten de Metropoolregio Amsterdam ofwel de MRA), zijn veel vaker hbo/wo-opgeleid dan inwoners die binnen de regio of in Amsterdam zelf zijn geboren. Ook in het buitenland geboren Amsterdammers zijn minder vaak hbo/wo-opgeleid dan de groep die vanuit elders in Nederland komt. Hierbij geldt wel de kanttekening dat het opleidingsniveau van personen uit het buitenland minder goed geregistreerd is dan dat van personen die in Nederland geboren zijn (zie kader).

Vaak hebben mensen al een hbo- of wo-diploma op het moment dat ze naar Amsterdam verhuizen. Van alle volwassenen die op 1 januari 2021 in Amsterdam woonde, maar een jaar eerder nog niet, was 58 procent hbo/wo-opgeleid. Dit is hoger dan het aandeel hbo/wo-opgeleiden onder de bestaande inwoners. Nog eens 20 procent van de groep nieuwe inwoners had een havo- of vwo-diploma. Waarschijnlijk kwam een deel van hen naar Amsterdam om te studeren en behoren zij over een paar jaar ook tot de groep hbo/wo-opgeleiden. De groep die jaarlijks naar Amsterdam verhuist is klein ten opzichte van de groep bestaande inwoners, maar wanneer dit patroon zich jaarlijks herhaalt neemt het aandeel hbo/wo-opgeleiden in de stad gestaag toe.

Snelle ontwikkeling in stadsdeel Noord

In de centrale Stadsdelen is het aandeel hbo/wo-opgeleiden flink hoger dan in Noord, Nieuw-West, Zuidoost en stadsgebied Weesp. Op gebiedsniveau zien we hetzelfde patroon: hoe centraler, hoe hoger het percentage hbo/wo-opgeleiden.

Kapitaalstapelaars: hbo/wo-stellen met een hoog inkomen

Diploma’s zijn een vorm van cultureel kapitaal. Wanneer twee hbo/wo-opgeleiden een stel vormen stapelt dit kapitaal zich op binnen het huishouden. Het aandeel huishoudens met twee hbo/wo-opgeleide partners in de stad neemt de afgelopen jaren toe. In de rest van dit verhaal richten we ons op de groep Amsterdammers van 28 t/m 65 jaar oud. Binnen deze leeftijdscategorie zijn de meeste mensen klaar met hun opleiding en nog niet met pensioen.

Hoe hoger het opleidingsniveau, hoe hoger het gemiddeld inkomen. Daarnaast geldt dat stellen gezamenlijk vaak meer verdienen dan alleenstaanden, omdat veel stellen van meer dan één inkomen leven. Gemiddeld genomen is het inkomen van stellen in Amsterdam ruim twee keer zo hoog als dat van alleenstaanden. De kosten van levensonderhoud zijn voor de meeste stellen niet twee keer zo hoog. Hierdoor hebben stellen over het algemeen meer vrij te besteden inkomen dan alleenstaanden.

Amsterdam telt steeds meer huishoudens met een hoog inkomen. In 2013 had 16 procent van de Amsterdamse huishoudens (met volwassenen tussen de 28 en 65 jaar) een hoog inkomen; in 2021 was dit 20 procent. Hier definiëren we een hoog inkomen als meer dan anderhalf keer het Nederlands gemiddelde. In 2021 kwam dit neer op een besteedbaar huishoudinkomen van ruim €6.000 per maand.

Binnen de leeftijdscategorie 28 t/m 65-jarigen bestaat in 2021 ruim één op de tien huishoudens uit twee hbo/wo-opgeleide partners met een hoog gezamenlijk inkomen. Deze huishoudens vertegenwoordigen een stapeling van zowel cultureel kapitaal (opleiding) als financieel kapitaal (inkomen).

Deze groep ‘kapitaalstapelaars’ is groeiende: van acht procent in 2013 naar 11 procent in 2021 (binnen de leeftijdscategorie 28 t/m 65-jarigen). Ook deze ontwikkeling gaat niet voor alle stadsdelen gelijk op. Vooral in Noord is het aandeel kapitaalstapelende huishoudens de laatste jaren sterk gestegen. Stadsdeel Zuidoost valt op doordat het aandeel kapitaalstapelaars er in dezelfde periode juist onveranderd laag is gebleven. Het aandeel hbo/wo-opgeleide personen is in Zuidoost de afgelopen jaren wel toegenomen, maar de groei van het aandeel hbo/wo-opgeleide stellen was kleiner dan in de andere stadsdelen. Hiermee is ook het aandeel huishoudens met een hoog inkomen in Zuidoost minder gestegen dan in de rest van Amsterdam.


Dit artikel is een bewerking van de lezing op het O&S Symposium 2023, Amsterdam Diplomastad.
Onderzoek: Renske Hoedemaker
Visualisaties: Daan Dirk de Jonge