Amsterdammers over het kabinet
- 27 september 2011
In opdracht van AT5 heeft O+S Amsterdammers een aantal vragen voorgelegd over de (landelijke) politiek. De vragenlijst is tussen 9 september en 13 september 2011 online afgenomen onder 532 respondenten van het O+S panel. Daarnaast zijn er op 13 en 14 september telefonisch 412 Amsterdammers geënquêteerd.

Oordeel over kabinet en gevolgen voor de stad
Iets meer dan de helft van de geïnterviewden hoopt dat het huidige kabinet zo snel mogelijk valt, een ruime minderheid (38 procent) hoopt dat het kabinet de regeerperiode van vier jaar afmaakt. Er is een groot verschil tussen respondenten die in 2010 stemden op een partij die momenteel deel uitmaakt van de coalitie (inclusief PVV) en respondenten die stemden op een oppositiepartij. Het verschil wordt nog iets groter indien gekeken wordt naar wat respondenten zouden stemmen als er morgen verkiezingen zouden worden gehouden.
Gevraagd naar een oordeel over het kabinetsbeleid blijkt dat 61 procent van de respondenten aangeeft dat het huidige kabinet niet goed is voor Amsterdam. Dertien procent vindt het kabinet juist goed voor Amsterdam, 17 procent vindt het goed noch slecht en 9 procent weet het niet. Met de stelling dat het huidige kabinet goed is voor Nederland is 20 procent het (helemaal) eens en 60 procent het (helemaal) oneens (17 procent is neutraal en 3 procent geeft geen antwoord). Acht op de tien respondenten vinden dat het stadsbestuur zich moet verzetten tegen kabinetsmaatregelen die nadelig zijn voor Amsterdam. Eén op de tien vindt dat het stadsbestuur zich niet moet verzetten (9 procent). Deze resultaten zijn vergelijkbaar met onderzoek dat O+S in november 2010 deed. Toen gaf ook de meerderheid van de respondenten aan dat het net gevormde kabinet niet goed was voor Amsterdam en vond ruim driekwart dat het stadsbestuur zich moet verzetten tegen kabinetsmaatregelen die nadelig zijn voor Amsterdam.
PvdA wethouder Lodewijk Asscher leverde recentelijk kritiek op de bezuinigingplannen van het kabinet. Hij is van mening dat de optelsom van de bezuinigingen teveel bij de zogenaamde zwakke groepen in de samenleving (zoals bijvoorbeeld jongeren met beperkingen of psychische problematiek) terechtkomen. Een duidelijke meerderheid van de respondenten is het met deze stelling eens (74 procent). Dertien procent is het oneens met de stelling en de overige respondenten zijn het niet met hem eens of oneens (9 procent) of geven geen antwoord op deze vraag (4 procent).
Als er nu verkiezingen zouden worden gehouden voor de Tweede Kamer, zou de PvdA zo’n 5 procent verliezen ten opzichte van de laatste verkiezingen. Ook regeringspartijen VVD en CDA en gedoogpartner PVV staan op verlies, zij het marginaal. D66, SP en de Partij voor de Dieren profiteren hiervan.