Amsterdammers over politiek en stadsdelen
- 23 januari 2009
Als er nu verkiezingen zouden worden gehouden voor de gemeenteraad zouden D66 en GroenLinks winst boeken. Verlies is er voor de PvdA, de VVD en de SP. Mochten PVV en Trots op NL meedoen, dan blijft hun aanhang vooralsnog bescheiden; voor de PVV liggen er op dit moment maximaal 2 zetels en voor Trots op NL maximaal 1 zetel in het verschiet.

Dit blijkt uit een peiling in opdracht van AT5 door O+S. De PvdA die in 2006 met ruim 39 procent als veruit de grootste uit de bus kwam, verliest 5 procent en zou nu uitkomen op 34 procent. Verlies is er ook voor de VVD, zij het bescheiden: van 16,2 naar 14,7 procent.
Van de grote linkse partijen weet alleen GroenLinks meer kiezers aan zich te binden. Als er nu verkiezingen zouden worden gehouden zou GroenLinks met 16 procent de tweede partij van de stad zijn. De SP komt nu met 11,8 procent iets lager uit dan de 13,7 procent in 2006. Winst is er ten slotte voor D66, dat van 4,1 procent stijgt naar 7,4 procent.
Afgelopen zomer vroeg O+S Amsterdammers naar hun opvatting over het mogelijk samengaan van stadsdelen. Toen bleek 49 procent daarvan voorstander, onder de voorwaarde dat de dienstverlening er niet onder zou lijden. Iets meer dan een vijfde (22 procent) was tegen samenvoeging. Inmiddels is het rapport van de commissie Mertens verschenen met het voorstel het aantal stadsdelen terug te brengen tot zeven; het rapport bevat een minderheidsstandpunt met het voorstel tien stadsdelen over te houden.
O+S heeft Amsterdammers in opdracht van AT5 de vraag voorgelegd welke variant hun voorkeur heeft: alle stadsdelen afschaffen, 7 stadsdelen, 10 stadsdelen of de huidige 14 stadsdelen handhaven. Dan blijkt dat 23 procent de huidige situatie wil laten voortbestaan; 16 procent geeft de voorkeur aan 10 stadsdelen. De grootste groep 32 procent kiest, net als de commissie Mertens voor zeven stadsdelen; voor 14 procent mogen alle stadsdelen verdwijnen.
Respondenten is ook gevraagd op welke partij zij zouden stemmen als er nu verkiezingen zouden worden gehouden. Daaruit blijkt dat Amsterdammers die VVD zouden stemmen en Amsterdammers die PvdA zouden stemmen niet van elkaar verschillen inzake het gewenste aantal stadsdelen, op een punt na. Binnen de groep PvdA-stemmers is het aandeel dat alle stadsdelen kwijt zou willen met 7 procent aanmerkelijk lager dan onder mensen met een voorkeur voor de VVD (23 procent). Beide groepen hebben vaker dan gemiddeld een voorkeur voor zeven stadsdelen (40 procent respectievelijk 43 procent). Bij PvdA-aanhangers is de groep die zijn mening nog niet heeft bepaald groter: 16 procent tegen 3 procent bij de VVD.