Amsterdammers over tentenkamp Osdorp
- 8 oktober 2012
Het tentenkamp van uitgeprocedeerde asielzoekers in Amsterdam-Osdorp mag van burgemeester Van der Laan blijven zolang het kamp niet in omvang toeneemt en de situatie niet oneindig lang blijft duren. Op 3 en 4 oktober vroeg O+S, in opdracht van AT5, telefonisch 304 Amsterdammers naar hun mening over het tentenkamp. Van de respondenten heeft 53 procent gehoord van het kamp. Aan de rest werd uitgelegd wat er aan de hand is.

Gemeente moet voor een andere plek zorgen
De meesten (43 procent) vinden dat de gemeente voor een andere plek moet zorgen, waarbij het kamp niet midden in een woonwijk ligt. Een kleinere groep van 24 procent vindt dat het kamp mag blijven waar het is, maar dat de gemeente voor voorzieningen moet zorgen, 6 procent vindt dat het kamp zonder voorzieningen moet blijven bestaan en 18 procent vindt dat het kamp zo snel mogelijk verwijderd moet worden.
Wat moet de gemeente doen?
Als gekozen moet worden voor een actieve opstelling van de gemeente (“de gemeente moet actief naar een oplossing zoeken") of een passieve ("de gemeente hoeft alleen te zorgen dat de mensen in het tentenkamp op een goede manier kunnen demonstreren") kiest de meerderheid voor de eerste optie, 68 procent van de Amsterdammers vindt dat de gemeente een oplossing moet zoeken.
Gezondheidsrisico groter dan kans op spanningen
Of het herfstweer een rol speelt weten we niet, maar ondervraagden achten de kans op gezondheidsrisico’s groter dan de kans op spanningen: 66 procent denkt dat er een gezondheidsrisico is voor de asielzoekers, terwijl ongeveer een derde (36 procent) denkt dat er een kans op spanningen is.
Not in my backyard?
45 procent van de ondervraagden zou het een probleem vinden als het kamp in zijn of haar buurt zou staan en een even grote groep (44 procent) zou dat geen probleem vinden. Tien procent heeft geen idee. Aan de mensen die het geen probleem zouden vinden werd vervolgens gevraagd wat zij zouden doen: zich afzijdig houden of hulp bieden. Van hen gaf 35 procent aan zich afzijdig te zullen houden, mannen duidelijk vaker dan vrouwen (44 en 26 procent). Een even grote groep van 39 procent zegt hulp te zullen bieden, evenveel mannen als vrouwen. Ten slotte kon 23 procent niet inschatten wat zij zouden doen, en daaronder zijn juist meer vrouwen dan mannen (32 versus 14 procent).