De stadsdelen

Een kwart van de Amsterdammers is van mening dat de stadsdelen in de huidige vorm moeten blijven bestaan. Bijna de helft (48%) geeft aan dat de kleinere stadsdelen samengevoegd moeten worden. Eén op de vijf Amsterdammers is voorstander van het idee om de stadsdelen op te heffen en de rest (9%) heeft hierover geen mening. Overigens zijn de opvattingen over de stadsdelen al van het begin af verdeeld. Zo was in 1990 19,8% het (zeer) eens met de stelling dat 'stadsdelen geldverspilling zijn' en was 31,8% het (zeer) eens met de stelling dat 'een bestuurlijke top niet hoeft'.Omdat oudere Amsterdammers de tijd voor het bestaan van de stadsdelen nog bewust hebben meegemaakt werd verondersteld dat zij wellicht vaker voor afschaffing van de stadsdelen zouden zijn dan jongere Amsterdammers. Dit blijkt niet het geval; oudere en jongere Amsterdammers verschillen niet van mening.De Amsterdammers die van mening zijn dat de kleinere stadsdelen samengevoegd zouden moeten worden geven gemiddeld aan dat er 6,7 stadsdelen over zouden moeten blijven van de huidige 14, waarbij 7 het meest genoemde aantal is (door 25% van de 152 Amsterdammers die een aantal hebben genoemd).Ruim de helft van de Amsterdammers (53%) die vinden dat de stadsdelen moeten blijven bestaan (in de huidige vorm ofwel samengevoegd) vindt niet dat de stadsdelen meer of minder bevoegdheden zouden moeten krijgen dan nu het geval is. Dertien procent is van mening dat de stadsdelen meer bevoegdheden zouden moeten krijgen, 20% juist dat ze minder bevoegdheden zouden moeten krijgen.Volgens bijna de helft (49%) van de Amsterdammers die vinden dat de stadsdelen moeten blijven bestaan (in de huidige vorm ofwel samengevoegd) is de loketfunctie van de stadsdelen de belangrijkste functie, 40% is van mening dat de loketfunctie en de bestuurlijke/democratische functie even belangrijk zijn. Bijna één op de tien (9%) is van mening dat de bestuurlijke/democratische functie het belangrijkst is.Vervolgens is de Amsterdammers die vinden dat de stadsdelen moeten blijven bestaan, in de huidige vorm ofwel samengevoegd, gevraagd wat zij vinden van het idee om de stadsdelen op te heffen, maar om de afdelingen burgerzaken/de burgerservicepunten wél in de huidge vorm te laten bestaan, dus verspreid over ongeveer 14 locaties in de stad. De meningen hierover zijn op het eerste gezicht verdeeld; 44% vindt dat de stadsdelen in dat geval wel opgeheven kunnen worden en 45% vindt dat de stadsdelen ook in dat geval moeten blijven bestaan. Wanneer we echter rekening houden met wat men de belangrijkste functie van de stadsdelen vindt, dan ontstaat een ander beeld.Van de Amsterdammers die de loketfunctie van de stadsdelen het belangrijkste vinden geeft bijna twee derde (64%) aan dat de stadsdelen in dat geval wel opgeheven zouden mogen worden. Van de Amsterdammers die de loketfunctie en de bestuurlijke/democratische functie even belangrijk vinden en die de bestuurlijke/democratische functie het belangrijkste is, vindt een even groot deel (64%) dat de stadsdelen ook in dat geval moeten blijven bestaan.

Samenwerking in de regio

Afgelopen jaar hebben de gemeenten rond Amsterdam afgesproken meer gezamenlijk op te trekken en samen te werken. Gemeenten van IJmuiden tot Almere doen hieraan mee, onder de naam Metropoolregio Amsterdam. Ruim een derde van de Amsterdammers (35%) was hiervan al op de hoogte, voor 65% is dit nieuws.Ruim de helft van de Amsterdammers (55%) is van mening dat samenwerking in de regio belangrijk is voor de toekomst van Amsterdam, bijna één op de vijf (18%) denkt dat dit niet het geval is.

Wanneer het regionale samenwerkingsverband succesvol wordt, dan vindt één op de tien Amsterdammers (10%) dat er een regionaal bestuur zou kunnen komen en de huidige gemeenten opgeheven zouden kunnen worden. Bijna vier op de tien (38%) vindt ook dat er een regionaal bestuur zou kunnen komen, maar dat de huidige gemeenten wel moeten blijven bestaan. Bijna een derde (31%) is van mening dat er geen apart bestuur voor de Metropoolregio hoeft te komen en 21% heeft op deze vraag geen antwoord.