Amsterdamse Armoedemonitor nummer 9, 2006
- 3 oktober 2006
Het aantal Amsterdamse jongeren dat leeft in een minimumhuishouden is gedaald met 1.100 tot 39.453. Dit betekent dat nu van alle Amsterdamse jongeren 28,4% opgroeit in een minimumhuishouden. Meer dan een kwart hiervan heeft een Marokkaanse achtergrond. Marokkaanse jongeren groeien hiermee het vaakst op in een minimumhuishouden, respectievelijk 46% tegen 32% van de overige jongeren met een andere buitenlandse afkomst en 13% van jongeren met een Nederlandse afkomst. Dit blijkt uit de Amsterdamse armoedemonitor 2005.

Meer Amsterdammers leven langer in armoede
Het aantal Amsterdammers dat langer moet leven van een minimuminkomen neemt toe. In 2003 leefde 65% van de minimahuishoudens drie jaar of langer van een minimuminkomen. In 2005 is dat aantal gestegen tot 72%. Onder jongeren die opgroeien in een minimumhuishouden is het aantal gestegen tot 71%. In 2003 was dat nog 63% van de gezinnen. Positief is dat het aantal mensen met een minimuminkomen met 1,4 % is gedaald ten opzichte van 2004 tot 141.612 personen.
Werkende armen
In 2005 nam het aantal minimahuishoudens onder de 65 met een bijstandsuitkering af met ruim 3000 personen. Tegelijkertijd steeg het aantal huishoudens met een ander inkomen dan bijstand. Hieronder zijn veel werkende armen. Ook het aantal huishoudens met schulden is toegenomen, in 2002 ging het nog om 12%. In 2005 is dit gestegen tot 19% van de minimahuishoudens.