Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Amsterdamse mbo-uitstromers hebben minder vaak werk dan mbo-uitstromers uit de rest van Nederland

Jaarlijks volgen ruim 17 duizend Amsterdamse jongeren een opleiding op het middelbaar beroepsonderwijs. Daarmee is het mbo een belangrijke bepaler van toekomstige arbeidsmarktpositie voor veel jongeren.

Cohortonderzoeknaar een specifiek deel van deze mbo’ers, namelijk diegenen die uit hetonderwijs zijn gestroomd en in schooljaar 2008/’09 een diploma hebben behaald, laatzien dat Amsterdamse mbo-uitstromers minder vaak werk hebben op de langeretermijn. Recentere cohorten van 2012/’13 en 2014/’15 bevestigen dit beeld voorde kortere termijn na uitstroom.

2018-mbo-uitstromer.jpg

Onderstaande figuur laat zien dat veruit de meeste mbo-uitstromers uit schooljaar 2008/’09 zeven jaar na uitstroom een baan hebben. Inde MRA is dit 89 procent en in de rest van Nederland 90 procent. Opmerkelijk is dat ditpercentage onder Amsterdamse mbo-uitstromers lager ligt en over de tijd ook nogafneemt, terwijl de werkgelegenheid in Amsterdam en omstreken het meesttoegenomen is. Dit onderzoek geeft een eerste zicht op de factoren die mogelijkde waargenomen verschillen kunnen verklaren.

2018-mbo-aandeel.jpg

Het is bijvoorbeeld duidelijk dat de Amsterdamse mbo-uitstromerspopulatie in een aantal opzichten verschilt van die van de rest van Nederland. Eengroot deel van de Amsterdamse mbo-uitstromers heeft een niet-westersemigratieachtergrond. Juist deze groep heeft minder vaak werk. Dit is overigensniet alleen in Amsterdam het geval. Ook in de andere grote steden zien we eensoortgelijk beeld. Daarnaast hebben Amsterdamse mbo-uitstromers ook vaker eenlagere vooropleiding en laagopgeleide ouders. Ze behalen ook vaker een bol(Beroeps Opleidende Leerweg) diploma op niveau 2 en kiezen de minder/niet-technische opleidingsrichtingenwaarvan de arbeidsperspectieven minder gunstig zijn.

Opleidingsrichtingen waarbij de Amsterdamse mbo-uitstromers vaakwerk hebben, zijn opleidingen met een meer technisch profiel, zoals techniek-en procesindustrie, transport, scheepvaart en logistiek en ambacht,laboratorium- en gezondheidstechniek. Amsterdamse mbo-uitstromers uit derichting bouw en infra en de richting voedsel, natuur en leefomgeving zijn zelfsvaker aan het werk dan mbo- uitstromersuit deze richtingen in de rest van het land.

Vervolg

Vervolgonderzoek moet tot een completer beeld van dewaargenomen verschillen leiden.