Een belangrijke basis voor de gebiedsgerichte aanpak is de Veiligheidsindex. Deze index, ontwikkeld en berekend door O+S,is gebaseerd op twee informatiebronnen. De eerste is de Veiligheidsmonitor, het bevolkingsonderzoek waarin zo'n jaarlijks zo'n 10.000 Amsterdammers en 2.300 bewoners van de Regiogemeenten hun mening geven over de veiligheid in hun buurt. De tweede informatiebron zijn de gegevens van de politie Amsterdam-Amstelland over inbraak, diefstal, geweld, overlast, vandalisme en drugs.

Objectieve en subjectieve veiligheidsindex Amsterdam, 2010

De index laat zien hoe de veiligheid zich op deze zeven onderdelen ontwikkelt (objectief) en hoe de veiligheidsbeleving van de Amsterdamse bewoners zich ontwikkelen (subjectief). De index laat zien dat Amsterdam vorig jaar opnieuw veiliger is geworden. Vorig jaar stond de index op 76, tegen 80 in 2009. Amsterdammers voelden zich vorig jaar even veilig als in 2009. De subjectieve veiligheidsindex bleef gelijk op 76. Er zijn wel zeven buurten waar mensen zich minder veilig zijn gaan voelen. In de subjectieve Amstelland-index is er eveneens sprake van stabiliteit vergeleken met 2009: in beide jaren een score van 90. De objectieve Amstelland-index is in vergelijking met 2009 met 3 punten gedaald van 102 naar 99.

De dadergerichte benadering betreft onder andere de zogenaamde doelgroepen. In 2010 is de omvang van de harde kern jeugd afgenomen, van 701 op peildatum 31 december 2009 naar 576 in 2010 (peildatum augustus). Ten opzichte van het peiljaar 2005 is er sprake van een afname van 7 procent. Het aantal zeer actieve veelplegers (voornamelijk verslaafden) is tussen december 2009 en december 2010 afgenomen van 522 naar 459. Vergeleken met eind 2006 is er sprake van een afname van 31 procent.