Voor de zomervakantie gaf 40 procent van de Amsterdammers aan zeker te weten op welke partij zij zouden stemmen. Inmiddels is dat opgelopen naar 48 procent, maar nog steeds geldt dat een groot deel van de kiezers nog niet zeker weet of zij gaan stemmen en op welke partij. Dit blijkt uit een peiling uitgevoerd door O+S in opdracht van AT5, van 27 tot en met 29 augustus onder ruim 400 Amsterdammers.

Velen overwegen nog een of twee andere partijen, waarbij wel geldt dat die andere partijen in het zelfde (linkse of rechtse) deel van het politieke spectrum worden gevonden.Dat het oordeel over partijen en politici voor veel kiezers nog niet vastligt, blijkt wel uit het antwoord wie Amsterdammers het liefst als premier zien. In juli was Pechtold samen met Roemer nog favoriet, nu is dat Samsom. Het eerste lijsttrekkersdebat voor de grootste partijen (waarin Pechtold ontbrak) heeft daaraan wellicht bijgedragen.

De opkomst bij kamerverkiezingen is aanmerkelijk hoger dan bij gemeenteraadsverkiezingen (waaraan iets meer Amsterdammer mogen meedoen). Kiezers die zowel bij gemeenteraadsverkiezingen stemmen als bij de Kamerverkiezingen zijn in het algemeen iets ouder en iets stabieler in hun partijvoorkeur. Per saldo blijken echter dezelfde patronen in verandering van voorkeur als bij de vergelijking met de laatste Kamerverkiezing. Dat past ook bij de algemene bevinding uit kiezersonderzoek, dat de uitslag bij gemeenteraadsverkiezingen primair gestuurd wordt door landelijke ontwikkelingen en pas in tweede instantie door lokale onderwerpen.

Als Amsterdammers wordt gevraagd welke onderwerpen zij voor de stad belangrijk vinden, blijken Werk en inkomen en Zorg op de eerste plaats te komen, op korte afstand gevolgd door Onderwijs, Wonen en Veiligheid. Als wordt gevraagd naar het onderwerp dat voor kiezers zelf van belang is, blijkt dat dan de onderwerpen Werk en inkomen en Zorg veel prominenter naar voren komen en met name Veiligheid en Wonen aan belang inboeten.