De financiële sector na 2007
- 5 januari 2012
Vier jaar geleden, net na het beslechten van de overnamestrijd rond ABN-Amro en voordat er sprake was van een kredietcrisis bracht O+S een factsheet uit over het belang van de financiële sector voor Amsterdam. Sindsdien is deze sector in zeer roerig vaarwater terecht gekomen. De overname van ABN-Amro bracht de Royal bank of Scotland en Fortis in grote problemen en door de kredietcrisis moesten de meeste banken bij het Rijk aankloppen voor staatssteun. Nog steeds staat de sector onder druk.

Hoe het met de sector gaat valt af te lezen te lezen aan de ontwikkeling van het aantal banen. Van 2007 tot 2009 steeg het aantal banen: in 2008 gaat het nog goed met de sector en met name bij de grote banken stijgt het aantal personeelsleden. Daarna komt de sector in de greep van de kredietcrisis en het aantal mensen dat in de sector werkt daalt. Ook de integratie van Fortis met ABN Amro kost de nodige banen.
Het blijkt dat binnen de financiële sector iets minder dan 2/3 van de mensen bij een bank werkt, dit aandeel is in de loop der tijd toegenomen: van 56 procent in 1995 naar 66 procent in 2009, daarna is dit aandeel gedaald naar 63 procent. Op 1 januari 2011 werken er 42.490 mensen in de financiële sector waarvan 27.441 bij de banken.De ontwikkeling van de werkgelegenheid in de financiële sector wordt vooral gestuurd door de ontwikkeling bij de banken, in de overige sectoren is het aantal werkzame personen ongeveer hetzelfde gebleven. De reden hiervoor is dat de meeste ondernemingen in deze sectoren klein zijn (veel eenmanszaken) en dat de werkgelegenheid bij deze vestigingen nauwelijks wijzigt.
In de gehele sector is tussen 1 januari 2007 en 1 januari 2011 het aantal personeelsleden met iets meer dan 3.500 gedaald, de grote ondernemingen waren verantwoordelijk voor ruim 80 procent van deze daling.Vooral bij de ING-groep en bij ABN-Amro/Fortis is het aantal personeelsleden afgenomen. In de cijfers over de afname van het aantal arbeidsplaatsen bij ABN-Amro/Fortis zijn ook de bijna 200 personeelsleden inbegrepen die bij de Amsterdamse vestiging van de Hollands Bank Unie werken, die de door ABN-Amro aan de Deutsche Bank is verkocht én de ruim 700 mensen die bij de zakenbank van de ABN-Amro werken die door de Royal bank of Scotland is gekocht. Bij de kleinere ondernemingen is het personeelsbestand ongeveer gelijk gebleven of zelfs gegroeid.
Na 1 januari 2011 is het aantal mensen dat in de financiële sector werkt niet verder gedaald en ongeveer gelijk gebleven (het grotere aantal werkzame personen op 1 juli 2011 wordt veroorzaakt door een dubbeltelling: het personeel op een nieuwe vestiging van ABN-Amro bank was al ingeschreven maar het personeel op de oude vestiging werd pas later uitgeschreven). Een analyse van de dynamiek in de sector laat ook geen grote toename van het aantal faillissementen en bedrijfsbeëindigingen zien, 2011 lijkt dus een rustig jaar voor deze sector te zijn.
Het ziet er echter niet naar uit dat in Amsterdam de daling van het aantal arbeidsplaatsen in de financiële sector hiermee tot staan is gekomen. De bankensector staat vanwege de eurocrisis nog steeds onder grote druk. De eerste concrete aanwijzing is de aankondiging op 3 november 2011 van de ING om in 2012 en 2013 in Nederland het aantal arbeidsplaatsen met 2.700 te verminderen. Volgens signalen van de vakbonden betreft het vooral staffuncties, het back-office en het bankbedrijf en met name deze onderdelen zijn in Amsterdam gevestigd.
Omdat er veel ontwikkelingen in de financiële sector zijn zal O+S regelmatig een bericht over ontwikkelingen in deze sector publiceren.