Diversiteit in perspectief
- 1 juli 2008
Diversiteit in Perspectief geeft een overzicht van de participatie en integratie van verschillende groepen in de stad. Naast de aandacht voor de klassieke herkomstgroepen (Surinaamse, Antilliaanse, Turkse en Marokkaanse Amsterdammers) in Amsterdam wordt er gekeken naar jongeren en ouderen, mannen en vrouwen, homo's en hetero's.Verschillende domeinen komen aan de orde: demografie en gezondheid, basiskennis en vaardigheden, structurele participatie (wonen, onderwijs, werk en inkomen), sociaal-culturele participatie (vrije tijd, cultuur en sport, maatschappelijke en politieke participatie) en samenleven (participatie in samenleven en veiligheid).De eerste generatie van de klassieke herkomstgroepen heeft zijn piek in de Amsterdamse bevolking bij de leeftijdsgroep rond de 50 jaar, de tweede generatie heeft de piek rond de 20 jaar. In de jongste leeftijdscategorie neemt het aandeel niet-westerse migranten af.

Herkomstgroepen in Amsterdam per leeftijdscategorie in 2007 en het aandeel niet-westerse allochtonen in 1997 en de prognose voor 2015
Onderwijs is een belangrijke voorspeller voor de participatie op andere terreinen. De eerste generatie niet-westerse migranten heeft over het algemeen weinig onderwijs gevolgd. De tweede generatie heeft een hoger gemiddeld opleidingsniveau, maar het verschil met autochtonen en westerse allochtonen is daarmee nog niet verdwenen.Verschillen die deels samenhangen met opleidingsniveau zijn bijvoorbeeld gezinsvorming en arbeidsparticipatie. De arbeidsparticipatie van autochtone vrouwen in Amsterdam is hoog (72%) en ligt net iets onder die van autochtone mannen. Bij de niet-westerse herkomstgroepen zijn de verschillen in arbeidsparticipatie tussen mannen en vrouwen groot. De bruto arbeidsparticipatie van vrouwen van niet-westerse herkomst is 56%. De gemiddelde leeftijd van autochtone vrouwen bij de geboorte van hun eerste kind is 32 jaar. Bij vrouwen van Turkse herkomst is dit aanzienlijk lager, gemiddeld 25 jaar. Surinaamse en Marokkaanse vrouwen volgen met 26 jaar. De meeste contacten tussen verschillende herkomstgroepen vinden voornamelijk op het werk plaats. De verschillen in participatie werken daarmee door op andere domeinen.Naast verschillen tussen groepen zijn er ook kenmerken die juist veel overeenkomen. De meeste Amsterdammers, ongeacht leeftijd, herkomst of opleidingsniveau, voelen zich verbonden met de stad Amsterdam.