‘Een hele verandering!’
- 22 september 2016
Wat kunnen we leren van verhalen van kinderen die gezonder zijn gaan leven?

In 2014 had 19 procent van de Amsterdamse jongeren overgewicht of obesitas, tegenover 13 procent landelijk. In 2012 lag het Amsterdamse percentage nog op 21 procent. Amsterdam streeft ernaar overgewicht bij jongen zoveel mogelijk te voorkomen of terug te dringen. Om dit te bereiken is in 2013 gestart met de Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht (AAGG). Op verzoek van de AAGG en de partners van Aanvalsplan Armoede heeft OIS de verhalen opgetekend van veertien Amsterdamse gezinnen waarin stappen worden gezet naar een gezonder gewicht en een gezondere leefstijl van kinderen met overgewicht. Hun verhaal wordt door verschillende betrokkenen, vanuit ieders eigen perspectief, verteld.
Wat leren we van deze verhalen?
Het succes van verandering hangt (mede) af van het feit of het overgewicht een op zichzelf staand probleem is, of dat het onderdeel is van meervoudige problematiek (zoals armoede, zorgen, opvoedproblemen). Overgewicht van een kind in een gezin waar meer problemen spelen zal een andere aanpak vergen van professionals, en ook voor de gezinnen zelf zal de verandering een grotere uitdaging zijn. Uit alle verhalen is een aantal rode draden te halen, deze betreffen de gezinnen zelf, professionals en de gemeente.
Gezinnen: openstaan voor nieuwe standaard
Ouders en kinderen moeten zelf vinden dat er een probleem is, ze moeten echt willen veranderen. Er moet een nieuwe ‘standaard’ komen, die het oude, ongezonde vervangt. De nieuwe standaard kan bereikt worden door duidelijke regels en normen in een liefdevolle gezinssituatie. Het ene gezin heeft meer vermogen (letterlijk en figuurlijk) om in deze voorwaarden te voorzien dan het andere. Leven in armoede maakt het ingewikkelder om dit alles voor elkaar te krijgen, zeker als er naast armoede stress en slechte familierelaties zijn, maar zeker niet onmogelijk.
Professionals: betrokkenheid en maatwerk
De ondersteuning van professionals dient op maat te zijn, dat wil zeggen: met oog voor iemands leefwereld. Voorbeelden hiervan zijn (financiële) zorgen, culturele verschillen, taalbarrières en verschillen in cognitieve vaardigheden. In dit gehele proces zijn steun en positieve reacties voor het kind maar ook voor de ouder belangrijk om gemotiveerd te blijven. In kernwoorden gaat het bij de rol van de professional vooral om: vroegsignalering, betrokkenheid, onderlinge afstemming, maatwerk, langdurige begeleiding en nazorg.
Gemeente: goedkoop sportaanbod
De gemeente kan bijdragen door goedkoop sportaanbod, schoolbeleid en heldere werkafspraken tussen professionals en in wijken.