Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Factsheet Volwassenencriminaliteit en risicofactoren, nummer 1, juni 2012

O+S heeft twee indexen gemaakt om te laten zien hoe volwassenencriminaliteit en risicofactoren in Amsterdam zich ontwikkelen. De volwassenencriminaliteitsindex geeft het aandeel unieke verdachte 25-55 jarigen per buurt weer, gebaseerd op hun woonbuurt. De risicofactorenindex laat zien in hoeverre in buurten risicofactoren aanwezig zijn die de kans op volwassenencriminaliteit verhogen.

In 2011 is zowel de volwassenencriminaliteit- als de risicofactorenindex het hoogste in stadsdeel Zuidoost. In de stadsdelen Centrum en Zuid wonen relatief weinig volwassen verdachten van criminaliteit. In stadsdeel Centrum werd in 2011 echter wel een groot deel van de criminaliteit gepleegd.

Amsterdamse volwassenen werden in 2011 verdacht van 12.975 misdrijven. Het ging hierbij vooral om vermogen-, geweld- en ‘overige’ misdrijven (zoals rijden onder invloed van alcohol, belediging en handel en bezit van harddrugs). Van vernielingsmisdrijven zijn Amsterdamse volwassenen in 2011 veel minder vaak verdacht.

Zeer actieve veelplegers namen in 2011 maar 7 procent van alle misdrijven voor hun rekening (882). Veelplegers en zeer actieve veelplegers plegen wel relatief vaak een high impact delict. Van alle delicten waarvan zij verdacht worden is respectievelijk 9 en 8 procent een high impact delict, tegen 3 tot 6 procent van de delicten die volwassenen uit andere onderscheiden doelgroepen plegen.

Categorieën/doelgroepen

First Offender: een persoon van 18 jaar of ouder die voor het eerst in aanraking is gekomen met Justitie.Meerpleger: een persoon van 18 jaar of ouder die in het verleden 2 tot en met 10 processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan tenminste 1 in het peiljaar.Veelpleger: een persoon van 18 jaar of ouder die in het verleden meer dan 10 PV’s tegen zich zag opgemaakt, waarvan tenminste 1 in het peiljaar.Zeer Actieve Veelpleger: een persoon van 18 jaar of ouder die over een periode van 5 jaren (waarvan het peiljaar het laatste jaar vormt) meer dan 10 PV’s tegen zich zag opmaken, waarvan tenminste 1 in het peiljaar.