Geloven in Amsterdam
- 28 november 2019
De afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek en haar voorgangers verzamelen al sinds 1894 feiten en cijfers over de stad Amsterdam. Ook over religie.
Die Willibrorduskerk was een enorm brok kerk. We gingen er soms binnen om heel hard te gillen, of om rood crêpepapier in het wijwaterbakje te gooien en dan achter de banken te wachten tot er eentje z’n vingers in zou dopen om een kruisteken te maken.
De kerk waar Lydia van Nobelen in de jaren dertig van de vorige eeuw kattenkwaad uithaalt (opgetekend door Harry Stork in Het geheim van de Albert Cuyp) bestaat niet meer. De rooms-katholieke Sint-Willibrorduskerk buiten de Veste stond op de hoek van de Amsteldijk en de Ceintuurbaan in de Pijp. Lang heeft ze er niet gestaan. De kerk werd in 1873 in gebruik genomen en al in 1966 gesloopt, wegens bouwvalligheid.
Sint-Willibrorduskerk buiten de Veste.(Bron: Stadsarchief Amsterdam)
Tot eind negentiende eeuw behoort bijna iedere Amsterdammer tot een godsdienstige, religieuze- of levensbeschouwelijke stroming. Bij de protestanten is dat overwegend Hervormd. Bij de volkstelling van 1889 worden in Amsterdam slechts zeven moslims geteld. In het Statistisch Jaarboek van 1909 zijn zij waarschijnlijk bij de Overige gezindten meegeteld.
In de jaarboeken duiken sporen op van de rol die de kerk speelde. In de statistieken van het (bijzonder) onderwijs bijvoorbeeld tot 1949 en bij de Instellingen van Weldadigheid tot 1922 . Daaronder vallen kerkelijke organisaties voor werkverschaffing, nachtverblijf, de kerkelijke armenzorg en natuurlijk de ziekenhuizen. De namen spreken voor zich: Onze-Lieve-Vrouwe-Gasthuis, Nederlands-Israëlitisch Ziekenhuis, Gereformeerde Ziekenverpleging, Lutherse-Diaconessen Inrichting, Portugees Israëlitisch Ziekenhuis, Nederlands Hervormde Diaconessen Inrichting. (Bron: Statistisch Jaarboek der Gemeente Amsterdam 1919).
Joodse bakkers bezorgen blikken met matzes in aanloop naar het Joods Paasfeest, april 1940. (Bron: Stadsarchief Amsterdam)
Amsterdam valt van zijn geloof
Toen ons eerste kind werd geboren, in ’57, hebben wij besloten dat we haar niet zouden dopen. (…) En dus kwam mijn vader op bezoek. Die kwam praten en dat deed ie anders nóóit. Ik heb gezegd: ‘Ik wil niet dat zij die benauwdheid kent van het katholieke geloof en die inperking.
Bron: De moord- en brandbuurt, (Harry Stork, 2007).
Tussen 1889 en eind twintigste eeuw neemt het aandeel gelovigen in Amsterdam sneller af dan in de rest van Nederland. Wel laten verschillende bronnen verschillende percentages zien. Of mensen zichzelf zien als gelovig, hangt namelijk af van de formulering van de vraag die gesteld wordt.
1849-2019 Gelovigheid in Amsterdam: volkstellingen, bevolkingsregister, enquête Staat van de Stad
In de jaren zestig zet de ontkerkelijking door. De kerk vindt moeilijk aansluiting bij de nieuwe idealen van die tijd, waarbij andere normen en waarden en seksuele bevrijding centraal staan. Een deel van de Amsterdamse gelovigen wil de geloofsuiting daarom aanpassen aan de moderne tijd, maar ook binnen deze groep neemt het kerkbezoek af. Zo gaan in 1956 nog negen van de tien Amsterdamse katholieken zondags naar de kerk, twintig jaar later nog maar drie op de tien. Immigranten brengen nieuwe religies en religieuze stromingen mee. Maar ondanks de opkomst van de islam, blijft het aantal gelovigen in Amsterdam vanaf 1971 afnemen. In 2016 zijn er voor het eerst ongeveer evenveel christelijke als islamitische Amsterdammers (14 procent). Een aantal christelijke kerken in Amsterdam, wordt in gebruik genomen als moskee.
Interieur gebouw "Vereenigng Vrije Gemeente", later Paradiso. Circa 1905. (Bron: Stadsarchief Amsterdam)
Sommige Amsterdamse kerken krijgen bovendien een geheel nieuwe bestemming. In De Duif aan de Prinsengracht worden lezingen, diners, concerten en dansvoorstellingen gehouden. De Majellakerk in de Indische buurt in Amsterdam-Oost huisvest het kantoor, de oefenruimte en de concertzaal voor het Nederlands Philharmonisch Orkest. In de Oude Kerk, het oudste gebouw van de stad en het hart van de rosse buurt, gaat religie hand in hand met moderne kunst. De Sint-Josephkerk in Amsterdamse Bos en Lommer fungeert van 1990 tot 2012 als klimhal (Tussen hemel en aarde), biedt tot mei 2013 onderdak aan asielzoekers en is nu een kinderspeelparadijs.
Kerkenkaart functie, 2019. (Bron: Kerkenkaart VU, bewerking OIS)
Wie is religieus?
Het aandeel gelovige christenen in Amsterdam lijkt zich in 2018 te stabiliseren op 15 procent. En ook het aandeel moslims ligt al jaren rond de 13 procent. Verder is 1 procent van de Amsterdammers boeddhist, hindoeïstisch of joods. Van de gelovige Amsterdammers gaat 23 procent wekelijks naar de kerk, de moskee, synagoge of een godsdienstige bijeenkomst elders. Moslims en protestanten bezoeken deze regelmatiger (34 procent en 28 procent). (Bron: De Staat van de Stad Amsterdam X, 2019, OIS).
1849-2019 Gelovigheid in Amsterdam, uitgesplitst naar geloof: volkstellingen, bevolkingsregister, enquête Staat van de Stad
Onder Amsterdammers die vanuit een westers land naar de stad zijn gekomen en Amsterdammers zonder migratieachtergrond is het aandeel gelovigen onder ouderen groter dan onder jongeren. Bij Amsterdammers met een niet-westerse achtergrond zijn de gelovigen gelijk verdeeld over alle leeftijdscategorieën.
Gelovigheid in de verschillende groepen. (Bron: OIS)
Onder Amsterdammers met een niet-westerse migratieachtergrond voelen hoogopgeleiden zich minder vaak verbonden met een religie (37 procent) dan middelbaar- en laagopgeleiden (68 procent en 66 procent). Voor Amsterdammers met een westerse migratieachtergrond geldt dat laag opgeleiden vaker gelovig zijn (34 procent) dan middelbaar- of hoogopgeleiden (respectievelijk 24 procent en 20 procent). Bij Amsterdammers zonder migratieachtergrond bestaan niet of nauwelijks verschillen tussen de opleidingsniveaus.
De Amsterdamse statistieken laten zien dat het aandeel gelovigen verschilt al naar gelang leeftijd, opleidingsniveau en migratieachtergrond. Welke maatschappelijke rol religie speelt, daar zijn tegenwoordig nog weinig cijfers over te vinden. Afgezien van de cijfers over politieke partijen als CDA, SGP en Christen-Unie die nog verwijzen naar een religieuze achtergrond.