Hypotheekrenteaftrek
- 12 april 2010
Van de Amsterdammers vindt een kleine meerderheid (52 procent) dat de regeling rond de hypotheekrenteaftrek veranderd mag worden. Amsterdammers met een koopwoning zijn hierover wat meer uitgesproken (60 procent) dan Amsterdammers met een huurwoning (44 procent). Huurders hebben vaker geen mening over dit onderwerp (21 procent). In beide groepen is er een minderheid van ongeveer een derde die vindt dat de hypotheekrenteaftrek onveranderd moet blijven.

Van de mensen die van plan zijn op GroenLinks te stemmen met de landelijke verkiezingen op 9 juni is 80 procent voor verandering van de regeling. Van de PvdA-stemmers is 55 procent voor. VVD- en D66-stemmers zijn minder vaak voor verandering van de regeling, bij de VVD-stemmers is 44 procent voor verandering, bij D66-stemmers 38 procent, bij beide partijen is de helft tegen verandering van de regeling rond de hypotheekrenteaftrek.
Voor een derde deel van de Amsterdammers speelt het onderwerp hypotheekrenteaftrek een belangrijke rol in hun partijkeuze. Voor mensen met een koopwoning geldt dit voor bijna de helft. Mensen die van plan zijn VVD of D66 te stemmen zijn vaak tegen verandering van de regeling, maar voor mensen die van plan zijn VVD te stemmen speelt de hypotheekrenteaftrek een veel grotere rol in hun partijkeuze dan bij mensen die van plan zijn D66 te stemmen.
Mogelijke beperkingen op de regeling rond de hypotheekrenteaftrek
Twee derde van de Amsterdammers vindt een beperking van de grens van de hypotheek waarop aftrek mogelijk is een goed idee en een even grote groep is voor het inkomensafhankelijk maken van de regeling. Het verminderen van het aantal jaren waarop mensen recht hebben op hypotheekrenteaftrek vinden meer mensen (55 procent) geen goed idee. Vooral mensen met een hypotheek die voor hen aan de hoge kant is vinden dit geen goed idee (74 procent).
Termijn
De meningen zijn verdeeld over de termijn waarop eventuele aanpassingen gedaan moeten worden. Een kwart van de Amsterdammers vindt dat de regeling op korte termijn aangepast moet worden (binnen 5 jaar). Drie op de tien vindt dat het op de middellange termijn geregeld moet worden (10 tot 15 jaar) en 23 procent vindt dat het op de lange termijn zou moeten worden aangepast.
Gevolgen
De helft van de Amsterdammers heeft het idee dat de discussie over de hypotheekrenteaftrek ervoor zorgt dat mensen het kopen van een woning uitstellen. Koopwoningbezitters denken dit vaker dan huurders en mensen die zelf een koopwoning zoeken denken dit nog iets vaker.
Twee derde (63 procent) van de Amsterdammers denkt dat met een beperking van de hypotheekrenteaftrek middengroepen minder makkelijk een woning in Amsterdam kunnen kopen. 15 procent denkt dat de Amsterdamse koopmarkt dan juist toegankelijker wordt voor middengroepen.
Huurbelasting
Een andere maatregel die in de discussie genoemd wordt is het instellen van huurbelasting voor huurders met een hoger inkomen die in een goedkope sociale huurwoning wonen. Zes op de tien Amsterdammers is voor het instellen van huurbelasting. Onder huurders is deze maatregel minder populair. Van de mensen met een huurwoning is 50 procent voor, 40 procent is tegen een dergelijke maatregel.