Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Kiezen en gekozen worden: vrouwen en politiek Amsterdam

De afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek en haar voorgangers verzamelen al sinds 1894 feiten en cijfers over de stad Amsterdam. Ook over verkiezingen.

Ze is Nederlander, meerderjarig en “in het volle genot der burgerlijke en burgerschapsregten”, schrijft Aletta Jacobs in haar brief van 22 maart 1883 aan de Amsterdamse gemeenteraad. En daarmee voldoe ik aan alle voorwaarden om deel te mogen nemen aan de verkiezingen, vervolgt ze. Toch wijst de raad haar verzoek af. Sterker, in de vernieuwde grondwet van 1887 komt voor alle duidelijkheid te staan dat het kiesrecht alleen is bestemd voor Nederlandse mannen.

Brief van Aletta Jacobs aan de gemeenteraad van Amsterdam, 22 maart 1883.Brief van Aletta Jacobs aan de gemeenteraad van Amsterdam, 22 maart 1883. (Bron: Stadsarchief)

Maar ze laat het er niet bij zitten en gaat bij de Arrondissementsrechtbank in beroep. Die oordeelt op 13 april 1883:

‘dat het onmogelijk de bedoeling van den Nederlandschen wetgever geweest kon zijn de vrouw kiesbevoegdheid te geven’.

(Bron: Digitale Bibliotheek van de Nederlandse Letteren, DBNL.)  

In 1893 leest Jacobs een oproep: men wil een vereniging voor vrouwenkiesrecht oprichten. Een jaar later wordt in Amsterdam inderdaad de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht (VVK) opgericht. Daarna gaat het snel. In 1908 vergadert de Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht met 1.200 deelnemers uit 21 landen in het Amsterdamse Concertgebouw. En met succes: in 1917 geeft een nieuwe grondwetsherziening vrouwen het recht om zich verkiesbaar te stellen. Twee jaar later mogen vrouwen eindelijk stemmen. Als eerbetoon krijgt die wet de naam 'Wet-Jacobs'.

Betoging voor vrouwenkiesrecht op de Nassaukade, 17 september 1916.Betoging voor vrouwenkiesrecht op de Nassaukade, 17 september 1916. (Bron: Stadsarchief)

Entree in de politieke arena

Meteen in 1919 worden zes vrouwen in de Amsterdamse raad gekozen: Henderika van den Berg, Willemine Asser-Thorbecke, Nathalia Crielars, Thiska Thiel-Wehrbein, Liede Tilanus en Wilhemina Smit. Het Statistisch jaarboek der Gemeente Amsterdam 1920-1921 laat zien dat het aantal kiesgerechtigden is gestegen van 151.019 in 1919 – en dat waren dus 151.019 mannen – naar 346.364 mannen én vrouwen in 1921.

Met het actief en passief stemrecht op zak, is de logische vervolgstap: gekozen worden. Op stembiljetten voor de gemeenteraadsverkiezingen is te zien dat steeds meer vrouwen zich verkiesbaar stellen. Voor de zes grootse politieke partijen samen zijn de aantallen respectievelijk 8 procent (1939), 15 procent (1949), 16 procent (1953) en 23 procent (1962) van alle kandidaten. (Bron: Basisinformatie/OIS.) Noot: vrouwen zijn op de biljetten alleen herkenbaar door toevoegingen als Mej., Mw. Baronesse of ‘geb.’ (geboren) en dan haar meisjesnaam.

Ze worden ook gekozen, maar pas in de jaren zestig en zeventig neemt hun aantal substantieel toe. Irene Vorrink van de Partij van de Arbeid is in 1978 de eerste vrouwelijke wethouder van Amsterdam. Toch ligt het percentage vrouwen in de raad in de jaren tachtig nog onder de 40 procent. Pas na de verkiezingen van 2006 en 2010 is het aantal mannen en vrouwen ongeveer in evenwicht.

Diverse stad, diverse raad

Meer dan de helft van de bevolking heeft sinds 2011 een migratieachtergrond. Zien we dat terug in de raad? De afgelopen 32 jaar is 82 keer een raadszetel ingenomen door een Amsterdammer met een migratieachtergrond. Tara Oedayraj Singh Varma (Links Akkoord, later GroenLinks) is in 1986 de eerste vrouw uit deze groep in de raad. Sinds 1986 schommelt het aantal raadsleden met een migratieachtergrond om in 2018 te pieken tot bijna 30 procent. Het aantal vrouwen schommelt, maar opvallend is dat in 2006 en 2018 meer vrouwen dan mannen met een migratieachtergrond zijn verkozen. Oftewel: vergeleken met vrouwen zonder migratieachtergrond hebben vrouwen met een migratieachtergrond hun achterstand qua vertegenwoordiging in de raad aanzienlijk sneller goedgemaakt.

Aanvankelijk zijn het vooral vrouwen van Surinaamse afkomst die in de raad worden gekozen, vanaf 1994 ook vrouwen van Turkse en Marokkaanse afkomst. Deze drie groepen zijn nu structureel in de raad vertegenwoordigd. De periodes met de meeste diversiteit aan groepen zijn 2002-2006, 2006-2010 en 2018. In 2018 wordt voor het eerst een raadslid met een Syrische achtergrond verkozen.

In 2018 treedt Sylvana Simons toe tot de raad, zij is de eerste vrouwelijke partijleider van kleur in Amsterdam. Een eeuw na de invoering van het kiesrecht voor vrouwen krijgt Amsterdam dat jaar met Femke Halsema ook voor het eerst een vrouwelijke burgemeester.

[Met dank aan Liza Mügge en Arwen van Stigt voor het beschikbaar stellen van hun gegevens.]