Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Mediagebruik en politiek cynisme onder Amsterdamse kiezers

Op 9 juni 2010 worden weer Tweede Kamerverkiezingen gehouden. De partijprogramma's zijn bekend, maar de echte campagnestrijd zal binnenkort losbarsten. De media spelen hierbij een belangrijke rol. O+S en de UvA hebben in de twee weken voor de gemeenteraadsverkiezingen (maart 2010) onderzoek gedaan naar de invloed van berichten in de media op het politiek cynisme.

In vervolgonderzoek is gekeken naar het verschil in politiek cynisme voor en na de gemeenteraadsverkiezingen. De media bleken vooral invloed te hebben op jongeren. En over het algemeen is het politiek cynisme van Amsterdammers na de verkiezingen minder dan ervoor.

Politiek cynisme

Politiek cynisme kan kort samengevat worden als de mening van mensen over de mate waarin politici incompetent en slecht zijn. In dit onderzoek werd politiek cynisme gemeten aan de hand van een aantal stellingen waarbij de respondenten aan konden geven in welke mate zij het hier mee (on)eens waren. Zo werden bijvoorbeeld de stellingen: ‘politici zijn goed in staat problemen op te lossen’ en ‘tegen beter weten in beloven politici meer dan ze kunnen waarmaken’ voorgelegd.

Invloed van mediaberichten op politiek cynisme

In het eerste onderzoek naar de invloed van mediaberichten op het politiek cynisme is gekeken naar twee soorten berichten. Ten eerste inhoudelijke berichten, dit zijn berichten over beleidsonderwerpen en over standpunten van politici. Ten tweede strategische berichten, dit zijn berichten over verkiezingsstrategieën van partijen, over de politieke strijd tussen partijen en over winst en verlies in de peilingen.

Een experiment

Om te bepalen wat de invloed is van berichten op het politiek cynisme, zijn de respondenten in het onderzoek in vier groepen gesplitst. Groep 1 kreeg een inhoudelijk bericht, groep 2 een strategisch bericht, groep 3 een bericht dat zowel strategisch als inhoudelijk was en groep 4 kreeg geen bericht. Daarna kregen alle respondenten enkele vragen om politiek cynisme te meten. De verwachting was dat mensen van strategische berichten cynischer worden, terwijl ze van inhoudelijke berichten minder cynisch worden.

Dat bleek gedeeltelijk het geval. Degenen die het strategische bericht hadden gekregen waren cynischer dan degenen die het inhoudelijke bericht hadden gekregen (zie figuur). Maar de groep die het bericht had gelezen dat zowel strategisch als inhoudelijk was, was het minst cynisch! Kennelijk hebben mensen het meeste vertrouwen in de politiek als ze het idee hebben dat het inhoudelijk ergens over gaat en dat partijen strijden voor hun doelen.

Bovendien bleken de berichten alleen invloed te hebben op de jongere groep (18-25 jaar). Op de rest van de volwassen Amsterdammers (25+) hadden de berichten geen invloed. Dit zelfde resultaat hebben we ook in eerder onderzoek gevonden. Het is ook niet verbazend: jongeren mogen voor de eerste of tweede keer stemmen voor de Gemeenteraad. Zij zijn hun mening over politiek nog aan het vormen en de media hebben daar invloed op.

Politiek cynisme na verkiezingen minder

Het tweede onderzoek betrof het verschil tussen politiek cynisme voor en na de verkiezingen. Voor de Amsterdammers geldt dat het politiek cynisme na de verkiezingen minder was dan ervoor. Zij hebben na de verkiezingen meer vertrouwen in de politici en politiek dan ervoor. Dit fenomeen zien we ook vaak bij landelijke verkiezingen. In een verkiezingscampagne krijgen burgers veel informatie over politiek, hun kennis neemt toe daardoor en daarmee stijgt ook het vertrouwen in politici.

Opvallend is dat mensen wel negatiever zijn gaan denken over hoe politici met elkaar omgaan. Tijdens een verkiezingscampagne benadrukken politici wat zij goed doen en anderen fout doen en dat gaat niet altijd op een plezierige manier. Ook zijn mensen negatiever gaan denken over hoe media met politici en burgers omgaan. Journalisten willen juist in verkiezingstijd politici scherp ondervragen, maar dat wordt dus niet altijd gewaardeerd door burgers.