Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Meer jongeren vestigen zich in Amsterdam

In 2006 is het aantal inwoners van Amsterdam met 77 personen toegenomen, dat is vrijwel dezelfde geringe groei als in 2005. Begin 2007 woonden er in Amsterdam 743.104 personen. Dat de groei zo gering is heeft voor een deel een administratieve oorzaak. De Dienst Persoonsgegevens is namelijk bezig haar administratie te schonen. Veel personen die al geruime tijd uit de stad zijn vertrokken zonder dit op te geven, worden uit de bevolkingsadministratie verwijderd. In het algemeen wordt deze ambtshalve verwijdering bij het buitenlandse vertrek geteld. Dit ambtshalve vertrek is de laatste twee jaar met 4.000 personen toegenomen. Zonder de extra inspanning van de Dienst Persoonsgegevens zou de bevolking waarschijnlijk sterker zijn toegenomen dan de 77 personen volgens de administratie. Mede door deze genoemde inspanning vertrokken er volgens de administratie veel meer personen naar het buitenland dan zich in Amsterdam vestigden, een verschil van 7.000 personen. Maar ook zonder deze opschoning zou er in Amsterdam een flink buitenlands vertrekoverschot zijn. Dit ligt namelijk in de lijn van de ontwikkelingen in de rest van Nederland, als gevolg van het strenge Nederlandse toelatingbeleid. Bovendien zijn binnenlands en buitenlandse migratie communicerende vaten in Amsterdam. Als er minder vestiging uit of meer vertrek naar het buitenland is, komt er meer ruimte op de woningmarkt en neemt binnenlandse vestiging toe. En dit is precies wat er de laatste jaren in Amsterdam gebeurde.

Afgelopen jaar vestigden zich zelfs bijzonder veel personen uit de rest van het land. Sinds 1850, en waarschijnlijk ook eerder, was de binnenlandse vestiging alleen in 1946 en 1947 hoger. Deze vestiging was niet alleen hoog, ze was zelfs hoger dan het vertrek naar de rest van het land, hetgeen ook vrij uitzonderlijk is voor Amsterdam. Het verschil tussen binnenlandse vestiging en vertrek bedroeg bijna 1.800 personen. Er kwamen vooral meer jongeren naar Amsterdam. Ook voorgaande jaren nam de vestiging van jongeren toe. Toen ging het echter om de 18-24 jarigen, waaronder waarschijnlijk veel studenten. Het afgelopen jaar nam daarentegen vooral het aantal 25-29 jarigen toe. Het gaat om daarbij vaak om pas afgestudeerden uit andere universiteitssteden die naar Amsterdam komen omdat hier passend werk is en het stedelijk leefklimaat hen aanstaat. Onder de jongeren die zich vestigen zijn maar heel weinig gezinnen.

Mobiliteit neemt toe

Het eerder genoemde buitenlands vertrekoverschot blijkt afgelopen jaar, net zoals in 2005, voor alle herkomstgroeperingen te gelden. Het meest opvallend is daarbij de ontwikkeling van de westerse allochtonen. In 2005 vertrokken voor het eerst sinds jaren meer westerse allochtonen naar het buitenland dan er zich vestigden. In 2006 was dit opgelopen tot meer dan 1.000 personen. Het aantal westerse allochtonen dat in Amsterdam woont is, met uitzondering van het aantal Oost-Europeanen, afgelopen jaar dan ook afgenomen. Dit kan worden uitgelegd als een verminderde aantrekkelijkheid van de stad voor expats, buitenlandse studenten en vergelijkbare groepen. Dit zou wel eens negatief kunnen zijn voor de internationale positie van de Amsterdamse economie. De cijfers laten ook zien dat de mobiliteit is toegenomen. Door de wat grotere nieuwbouwproductie in Amsterdam in de afgelopen twee jaar, maar ook met een grotere woningproductie buiten de stad nam zowel de binnenlandse vestiging als het vertrek toe. Overigens nam ook de mobiliteit bij de buitenlandse migratie toe. Naast de sterk toegenomen emigratie, nam ook de immigratie toe.