Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Mobiliteit in de MRA: verschillen in bereikbaarheid van banen en voorzieningen

De verdeling van banen en voorzieningen in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) is belangrijk voor de economie van de regio en draagt ook bij aan de kwaliteit van leven van haar inwoners. In het programma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid (SBaB) werken de Rijksoverheid en regionale partijen aan bereikbaarheid in MRA. Met bereikbaarheid wordt de toegankelijkheid van bestemmingen bedoeld, bijvoorbeeld uitgedrukt in afstand, kosten, tijd of moeite. Om inzicht te krijgen in de bereikbaarheid binnen de MRA kijken we onder andere naar indicatoren die te maken hebben met het woon-werkverkeer, het openbaar vervoer en de nabijheid van voorzieningen. De mate van bereikbaarheid is ruimtelijk echter niet gelijk verdeeld over de MRA en verschilt naar gelang de vervoersmogelijkheden van bewoners.

Bij het verbeteren van de bereikbaarheid in de MRA wordt ook gestreefd een omslag te maken naar meer duurzame vormen van mobiliteit, zowel voor het personenvervoer als voor goederenvervoer. Het beleid is zodoende niet alleen gericht op het verkorten van de reistijd en de afstand, maar ook op verduurzaming van het vervoer. Zo is in een principe in het Multimodaal Toekomstbeeld 2040 om stedelijke en regionale fietsnetwerken in de MRA te verbeteren, om het gebruik van de (elektrische) fiets te stimuleren.

Het waren echter voornamelijk de coronamaatregelen die ervoor zorgden dat het mobiliteitsgedrag de afgelopen jaren veranderde. Het aantal verplaatsingen daalde, maar sinds 2022 wordt het weer drukker op de weg en in de trein. Op de meeste momenten is het nog minder druk dan voor corona, zo was in de eerste helft van 2022 landelijk het percentage treinreizigers ten opzichte van voor corona ongeveer 82 procent. Vooral forenzen reizen minder met de trein (NS, halfjaarcijfers 2022). Voor de MRA zijn specifieke cijfers van tijdens of na de coronamaatregelen vaak nog niet beschikbaar.

  • De meeste banen in de Metropoolregio bevinden zich in of dichtbij Amsterdam. Dit zorgt ervoor dat binnen de MRA de bewoners van Amstelveen gemiddeld de minste afstand afleggen tot hun baan en bewoners van Lelystad de grootste afstand. Ruim twee derde van de Amsterdamse werknemers werkt in de eigen gemeente, in de aangrenzende gemeenten Diemen en Ouder-Amstel is dat slechts voor ongeveer één op de tien werknemers het geval.
  • Het aantal mensen dat bij in de MRA gevestigde bedrijven en instellingen werkt is hoger dan de werkzame beroepsbevolking die in de MRA woont. In 2019 kwamen er dagelijks 444 duizend personen van buitenaf naar de MRA om te werken, anderzijds werkten 207 duizend personen uit de MRA buiten de Metropoolregio.
  • De meeste verplaatsingen tussen regio’s binnen de MRA gaan van en naar Amsterdam, waarbij de sterkste relatie bestaat tussen Amsterdam en Amstelland-Meerlanden en tussen Amsterdam en Waterland en Zaanstreek.
  • Inwoners van de MRA geven het aanbod van OV in hun gemeente gemiddeld een 7,3. In Purmerend en Diemen wordt het hoogste cijfer gegeven (een 7,8 gemiddeld), gevolgd door Amsterdam (7,7). In Wijdemeren (5,5) en Wormerland (5,9) zijn de inwoners het minst tevreden met het OV-aanbod.
  • In Amsterdam, Haarlem en Diemen ligt het autobezit beduidend onder het landelijk gemiddelde van 1 auto per huishouden, in Wijdemeren, Beemster en Blaricum is het autobezit juist ruim bovengemiddeld. Ondanks het lage autobezit heeft Amsterdam in absolute zin de meeste elektrische auto’s. Het aandeel elektrische auto’s is het hoogst in Almere en Haarlemmermeer en het laagst in Purmerend en Heemskerk.

Woon-werkverkeer

De Metropoolregio Amsterdam is een sterk verbonden regio. Veel mensen werken in een andere stad dan waar ze wonen. Inwoners kennen hun favoriete plekken om te winkelen, te sporten of uit te gaan. Die plekken kunnen verdeeld zijn over de hele regio, alhoewel grote bevolkingsgroepen ook zijn aangewezen op werk en voorzieningen in een beperkter gebied. Tegelijkertijd heeft de Metropoolregio ook een sterke band met de direct omliggende regio’s. Ook daar wonen mensen die in de MRA werken en is op het gebied van vrije tijd onderling veel verkeer.

Binnen de Metropoolregio bevinden de meeste banen zich in of dichtbij Amsterdam. Hierdoor hebben Amsterdammers gemiddeld ruim 570.000 banen binnen een straal van 10 kilometer van hun woonlocatie. Wanneer de straal wordt opgerekt tot 20 kilometer dan gaat het om bijna 940.000 banen. Inwoners van Lelystad, Edam-Volendam en Waterland hebben veel minder banen in de directe omgeving: bijna 30.000 binnen 10 kilometer. Voor veel inwoners in de MRA geldt dat het aantal banen binnen 20 kilometer veel hoger is dan het aantal banen binnen 10 kilometer, omdat hierdoor (andere) steden of bedrijvengebieden als de Amsterdamse haven binnen bereik komen. Dit geldt niet voor inwoners van Lelystad.

wordt niet gebruikt

Gemiddeld aantal banen in de omgeving van bewoners naar gemeente, 2017

De nabijheid van banen heeft een effect op de gemiddelde afstand die werkenden in de MRA moeten afleggen om op hun werk te komen. Deze varieert van 14,8 kilometer voor bewoners van Amstelveen tot 33,3 kilometer voor bewoners van Lelystad. Desondanks is het aandeel werkenden uit Lelystad dat binnen de eigen gemeente werkt relatief hoog, namelijk 42 procent. Dit betekent dat in Lelystad woonachtige forenzen relatief grote afstanden afleggen. Andere gemeenten met een hoog percentage werknemers dat in de eigen gemeente werkt zijn Amsterdam (67 procent), Edam-Volendam (46 procent) en Haarlemmermeer (39 procent). In de gemeenten Diemen en Ouder-Amstel is het aandeel dat in de eigen gemeente werkt het laagst, dit is daar voor ongeveer één op de tien werknemers het geval. Deze gemeenten zijn relatief klein en grenzen aan Amsterdam.

wordt niet gebruikt

Percentage werkenden naar gemeente waarvan de woongemeente ook de werkgemeente is, 2020

Arbeidsplaatsen binnen de MRA worden vervuld door zowel de inwoners van de deelregio’s binnen de MRA als door mensen die elders in het land wonen. Ook werkt een deel van de werkzame beroepsbevolking van de MRA buiten de regio. Op basis van de gegevens over banen van werknemers naar woon- en werkregio kunnen de ingaande en uitgaande pendelstromen in beeld worden gebracht. Er wonen ruim 1,3 miljoen mensen die deel uitmaken van de werkzame beroepsbevolking in de MRA en werken ruim 1,5 miljoen mensen bij bedrijven en instellingen die in de MRA gevestigd zijn. Van de personen die bij bedrijven en instellingen in de MRA werken, wonen er 1,1 miljoen in de MRA. De totale inkomende pendelstroom komt daarmee op 444 duizend personen. De totale uitgaande pendelstroom is naar schatting 207 duizend personen. Daarmee komt de netto inkomende pendelstroom uit op 237 duizend personen.

wordt niet gebruikt

Inkomende en uitgaande forensenstromen per werkdag naar deelgebied, 2018

De pendelstromen laten zien dat de regio’s Amsterdam en Amstelland-Meerlanden de hoogste inkomende pendelsaldi hebben, respectievelijk 226 en 110 duizend personen. In beide gevallen is het aantal werkzame personen veel hoger dan de totale werkzame beroepsbevolking in deze regio’s. Gooi en Vechtstreek heeft ook een licht positief pendelsaldo van 2 duizend personen. Bij alle andere regio’s in de MRA is het tegenovergestelde te zien: daar is de totale werkzame beroepsbevolking hoger dan het aantal werkzame personen. Zaanstreek-Waterland en Almere-Lelystad hebben met respectievelijk 41 en 30 duizend personen het hoogste uitgaande pendelsaldo en zijn daarmee bij uitstek woonregio’s binnen de MRA.

Verplaatsingen en nabijheid voorzieningen

Uit het onderzoek OViN (Onderzoek Verplaatsingen in Nederland) van het CBS uit 2017 blijkt dat de meeste bovenlokale verplaatsingen in de MRA gaan van en naar Amsterdam, waarbij binnen de MRA de sterkste relatie bestaat tussen Amsterdam en Amstelland-Meerlanden (190.000 dagelijkse verplaatsingen) en tussen Amsterdam en Waterland en Zaanstreek (130.000 dagelijkse verplaatsingen). Meer dan de helft van deze verplaatsingen wordt met de auto gemaakt. Van de bovenlokale verplaatsingen met het openbaar voervoer in de MRA heeft 60 procent een relatie met Amsterdam. Voor de trein geldt dat veel reizigers naar Amsterdam van buiten de MRA komen, binnen de MRA is de relatie het sterkst met Haarlem en IJmond (25.000 dagelijkse verplaatsingen in 2017). Vanuit Waterland en Zaanstreek pakken meer mensen de bus naar Amsterdam dan de trein. De fiets heeft een beperkte plek in de regionale mobiliteit. Er zijn vooral verplaatsingen vanuit Amstelland-Meerlanden, zoals uit Badhoevedorp en Amstelveen.

De verhouding tussen de verschillende vervoersmiddelen wordt de modal split genoemd. In Noord-Holland en Flevoland samen (een gebied dat groter is dan de MRA) werd 40 procent van de verplaatsingen in 2020 gemaakt met de auto. Daarnaast werd 28 procent van de verplaatsingen met de fiets gemaakt, 24 procent gebeurde lopend, 5 procent met het OV en 4 procent op een andere manier. Per gemeente kunnen de verhoudingen sterk verschillen, zo werd binnen Amsterdam slechts 21 procent van de verplaatsingen gemaakt met de auto. Meer informatie over verplaatsingen en de modal split binnen de gemeenten van de MRA is terug te vinden in de Regionale Thermometer Bereikbaarheid van de Vervoerregio Amsterdam.

Het aanbod van voorzieningen, zoals onderwijsinstellingen, winkels en uitgaansgelegenheden, is niet evenredig verspreid over de Metropoolregio. In onderstaande kaart zijn gemiddelde afstanden opgenomen naar onderwijsinstellingen en medische voorzieningen.

wordt niet gebruikt

Gemiddelde afstand van bewoners tot diverse voorzieningen in kilometers naar gemeente, 2020-2021

Aanbod openbaar vervoer

In het tweejaarlijks onderzoek Wonen in de Metropoolregio Amsterdam (WiMRA) wordt gevraagd naar het rapportcijfer dat inwoners van de MRA geven aan het aanbod van openbaar vervoer in hun woonomgeving. Zij gaven in 2021 het aanbod van OV gemiddeld een 7,3, tegen een 7,1 in 2019. De inwoners van Diemen en Purmerend geven het hoogste cijfer: een 7,8 gemiddeld, gevolgd door Amsterdam (7,7). In Wijdemeren (5,5) en Wormerland (5,9) zijn de mensen het minst tevreden met het OV-aanbod. Gemeente Uitgeest is niet opgenomen in het onderzoeksgebied.

wordt niet gebruikt

Tevredenheid over openbaar vervoer naar gemeente, rapportcijfer, 2021

Nederlanders wonen gemiddeld op ruim 5 kilometer afstand van een treinstation. Voor veel bewoners van de Metropoolregio is die afstand een stuk minder groot, zo woont men in Diemen en Zandvoort gemiddeld op een kilometer van een station. In de steden Amsterdam, Almere en Haarlem is de gemiddelde afstand twee tot drie kilometer. Binnen de MRA moeten inwoners van Waterland en Uithoorn het verst reizen om bij een treinstation te komen: gemiddeld ruim 11 kilometer, gevolgd door Edam-Volendam (9,5 kilometer) en Aalsmeer (8,1 kilometer). De relatief lange afstand tot een treinstation zorgt er niet voor dat de inwoners van deze gemeenten het aanbod van openbaar vervoer in hun omgeving een onvoldoende geven. De bereikbaarheid van deze plekken wordt mede gewaarborgd door busverbindingen.

Autobezit en duurzaamheid

Gemiddeld had een Nederlands huishouden in 2020 precies één auto. Het gemiddelde autobezit was met 0,4 auto’s per huishouden landelijk het laagst in Amsterdam. Ook in Diemen (gemiddeld 0,6 auto per huishouden) en Haarlem (gemiddeld 0,7 auto per huishouden) is het autobezit beduidend lager dan gemiddeld in Nederland. Er zijn ook plaatsen binnen de MRA waar het aantal auto’s per huishouden juist relatief hoog is: in de gemeenten Beemster, Blaricum en Wijdemeren zijn dit er met gemiddeld 1,3 het meest.

wordt niet gebruikt

Gemiddeld aantal personenauto’s per huishouden naar gemeente, 2020

Het aantal elektrische auto’s op de weg neemt steeds meer toe. In 2015 was 1,1 procent van de personenauto’s in Nederland elektrisch (BEV of PHEV), in 2020 was dat 3,1 procent. Binnen de MRA zijn de verschillen aanzienlijk. Van de in Almere geregistreerde personenauto’s was 11,8 procent elektrisch in 2020, in Haarlemmermeer was dit 8,8 procent. Daarna volgen Amsterdam (ondanks het relatief lage autobezit de gemeente met in absolute zin de meeste elektrische auto’s) en Ouder-Amstel, in beide gemeenten is het aandeel 5,5 procent. In Purmerend en Heemskerk is het aandeel elektrische personenauto’s het laagst, in deze gemeenten is het aandeel 1,7 procent.

Om de elektrische auto’s van stroom te voorzien zijn oplaadpalen noodzakelijk. Om het groeiende aantal elektrische voertuigen te bedienen en om elektrisch rijden te stimuleren worden steeds meer openbare en semi-openbare laadplekken gerealiseerd. In de Metropoolregio waren er in 2021 meer dan 17.000, dit is een vijfde van het totale aanbod in Nederland. Amsterdam heeft bijna de helft van alle laadpalen in de MRA: ongeveer 8.000. De afgelopen jaren kwamen er jaarlijks telkens duizenden laadpalen bij in de MRA.

wordt niet gebruikt

Percentage elektrische personenauto’s (BEV+PHEV) naar gemeente, 2018-2020