Nieuwkomers in de stad: waar vinden zij een plek om te wonen?
- Onderzoek: Marloes de Hoon, Annika Smits | Visualisaties: Marretje Oomen
- 10 april 2024
De Amsterdamse bevolking groeide in 2023 met ruim 13,5 duizend mensen tot 931.948 inwoners. Daarmee was de groei minder sterk dan het jaar ervoor. Deze groei komt vooral door migratie. De groep die naar de stad toe komt, is groter dan de groep die de stad verlaat. Gezien de overspannen woningmarkt rijst daarbij de vraag: waar vinden deze nieuwkomers een plek om te wonen? Steeds vaker trekken nieuwkomers in bij anderen op een reeds bewoond adres.
Wie komen er naar Amsterdam?
Op 1 januari 2024 telde de stad 75.651 nieuwkomers die in het voorgaande jaar naar de stad toe verhuisden. Zij kwamen vanuit andere Nederlandse gemeenten en in wat mindere mate vanuit het buitenland. Van alle nieuwkomers is 7 procent jonger dan 18. De grootste groep is tussen de 18 en 27 jaar oud. Ook veel 27- tot 35-jarigen kwamen naar Amsterdam. Slechts 21 procent van de nieuwkomers was 35 jaar of ouder. Onder de groep die zich vanuit het buitenland vestigde, is het aandeel kinderen groter dan onder de groep die vanuit elders in Nederland naar Amsterdam trok.
Deze 75 duizend nieuwkomers vonden een plek op 52 duizend verschillende adressen. Daarvan kwam 9 procent in een recent opgeleverde nieuwbouwwoning terecht. Een groot deel van alle nieuwkomers vond een zelfstandige woonruimte in een particuliere huurwoning. Een vergelijkbaar deel kwam terecht op een reeds bewoond adres. Nieuwkomers uit het buitenland gaan vaker op een bewoond adres wonen dan nieuwkomers vanuit Nederland. Buitenlandse nieuwkomers schreven zich ook vaker in op een briefadres en in een pand met logiesfunctie, zoals een studenthotel.
Nieuwkomers trokken relatief het vaakst in op een bewoond adres in Nieuw-West en Zuidoost. In Weesp betrekken beduidend minder mensen een bewoond adres, maar alsnog een op de vijf. Van de overige stadsdelen is het aandeel nieuwkomers dat zich inschrijft op een bewoond adres het kleinst in Oost.
Bijna de helft van de nieuwe inwoners die zijn ingetrokken op een bewoond adres zijn 18- tot 27-jarigen. Dat aandeel is iets groter dan onder de totale groep nieuwkomers. Vooral onder de groep die vanuit het binnenland op een reeds bewoond adres zijn neergestreken, is het aandeel 18- tot 27-jarigen groot. Onder de ingetrokken nieuwkomers uit het buitenland valt juist op dat het aandeel kinderen groter is dan onder de ingetrokken nieuwkomers vanuit Nederland.
Bij wie komen de inwonende nieuwkomers terecht?
Van de ruim 75 duizend nieuwkomers schreven 27 duizend nieuwkomers zich in op een adres waar al iemand anders woonde. Zij werden de nieuwe huisgenoot van de Amsterdammer(s) die daar al woonde(n), of vormden een huishouden samen met de eerdere bewoner(s). In totaal gaat het om bijna 22 duizend verschillende adressen waarop zij gingen inwonen.
Met wie delen de inwonende nieuwkomers de woning? In 4 procent van de gevallen is diegene ingetrokken bij de partner. Daarbij gaat het alleen om huwelijken en geregistreerde partnerschappen. Op 8 procent van de adressen vormen de nieuwkomer(s) en de eerdere bewoner(s) samen een gezin. Ook komt het soms voor dat een gezin intrekt bij een ander huishouden. In dat geval telt het adres meer dan één huishouden.
Op 84 procent van de adressen wordt de woning gedeeld door twee of meer bewoners die niet elkaars geregistreerde partner, ouder of kind zijn. Daartoe behoren bijna 2.300 adressen met twee bewoners die beiden tussen de 18 en 27 jaar oud zijn. Of het om huisgenoten of samenwonenden gaat, is niet te zeggen. Op 9 procent van de adressen gaat het om drie of meer bewoners tussen de 18 en 27 jaar. Dat zijn vermoedelijk studentenhuizen. Binnen de overige 64 procent onderscheiden we overige adressen met twee bewoners en overige adressen met drie of meer bewoners. Het is waarschijnlijk dat een deel van de adressen met twee personen bewoond wordt door samenwonende stellen zonder geregistreerd partnerschap of huwelijk, maar dat is op basis van de gebruikte gegevens niet vast te stellen.
De ingetrokken nieuwkomers kwamen vooral terecht in particuliere huurwoningen (gemiddeld 53 procent). Personen die bij hun eigen gezin zijn ingetrokken wonen juist vaak in een corporatiewoning. Dat geldt ook voor gezinnen die introkken bij een ander huishouden. Inwonen op een adres waar zowel de nieuwkomer als de oud-bewoner(s) 18 tot 27 jaar oud zijn, gebeurt in ruim driekwart van de gevallen in een particuliere huurwoning.