Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Spectaculaire daling Amsterdamse werkloosheid

In 2006 lag de werkloosheid in Amsterdam met bijna 7% een stuk lager dan in 2005. Toen was nog bijna 10% van de beroepsbevolking werkloos. Ook in de rest van Nederland daalde de werkloosheid. Dit blijkt uit de meest recente cijfers van het CBS.

Evenwichtswerkloosheid bereikt

Volgens het CBS is begin 2007 5,1% van de Nederlandse beroepsbevolking werkloos. Begin 2006 ging het nog om 6,1%. De 5 procentgrens is een belangrijke grens; deze wordt ook wel gezien als een benadering van de evenwichtswerkloosheid. Nederland bevindt zich momenteel in de overgang van een ruime naar een krappe arbeidsmarkt. Dit uit zich in een toenemend aantal vacatures onder andere in de metaal-, elektrotechnische- en transportmiddelenindustrie. Het CPB verwacht dat de werkloosheid nog verder gaat dalen, tot 4% in 2008.

Utrecht heeft laagste werkloosheid van G4

In de grote steden ligt de werkloosheid altijd boven het landelijke gemiddelde. Dit heeft te maken met de samenstelling van de beroepsbevolking in grote steden: meer lager opgeleiden en meer allochtonen. In Rotterdam is de werkloosheid volgens het CBS het hoogst. Bijzonder is dat er volgens het CBS in 2006 meer Rotterdammers werkloos waren dan in 2005. Dit wordt niet bevestigd in de andere reguliere bron voor werkloosheid, de inschrijvingen bij het CWI door niet werkende werkzoekenden. Volgens het CWI is er sprake van een daling van de Rotterdamse werkloosheid in 2006. Vergeleken met de andere grote steden is de Amsterdamse werkloosheid in 2006 fors afgenomen. De Haagse werkloosheid ligt op een vergelijkbaar niveau. Alleen Utrecht doet het nog beter. Daar ligt de werkloosheid zelfs onder het landelijke gemiddelde. De vraag naar personeel nam toe in Utrecht toe in de ICT, zakelijke dienstverlening, detailhandel en gezondheidszorg.

Daling werkloosheid binnen Amsterdam

De samenstelling van de Amsterdamse beroepsbevolking wordt iedere twee jaar door O+S bepaald via de Regionale Enquête Beroepsbevolking. Het werkloosheidspercentage dat op basis van deze enquête wordt berekend, is het aandeel personen dat niet werkt, maar wel per direct beschikbaar zegt te zijn voor een baan van minimaal 12 uur per week. In 2007 gaat het om 8% van de beroepsbevolking. In 2005 was dat nog 10%. Groepen waaronder de werkloosheid de afgelopen twee jaar het sterkst gedaald is zijn mannen (van 10% naar 7%), Amsterdammers tussen de 25 en 34 jaar (van 11% naar 4%), VMBO’ers (van 17% naar 11%), Marokkanen (van 28% naar 20%) en Surinamers (van 20% naar 12%). Onder Turken (15%), overig niet-westerse allochtonen (20%), westerse allochtonen (9%), 45-plussers (9%), ongeschoolden (21%) en hoogopgeleiden (4%) is de werkloosheid de laatste twee jaar gelijk gebleven of zelfs licht toegenomen.