Stemmen met de computer
- 24 februari 2006
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2002 brachten 271.585 Amsterdammers hun stem uit; de opkomst bedroeg 47,8%. Van alle uitgebrachte stemmen ging 72% naar de lijsttrekker van de 21 deelnemende partijen. Van de 45 gekozen gemeenteraadsleden hadden in totaal 18 voldoende stemmen om 'op eigen kracht' een zetel te verwerven: zij behaalden de iets meer dan 1.500 stemmen (een kwart van de kiesdeler) die nodig waren om met voorkeurstemmen gekozen te worden.

Eén kandidaat, Zati Yurdakul (PvdA), werd dankzij voorkeurstemmen in de gemeenteraad gekozen; twee anderen Fatima Elatik en Amma Asante (beiden PvdA) stonden als zevende respectievelijk tiende op de lijst maar werden als gevolg van het aantal voorkeurstemmen als derde respectievelijk zevende gekozen. Bij geen van de andere lijsten leidden voorkeurstemmen tot een andere volgorde. Onderzoek leert dat allochtone kiezers veel minder vaak op de lijsttrekker stemmen dan andere kiezers en relatief vaak een stem uitbrengen op een kandidaat uit hetzelfde land van herkomst.Op 7 maart stemt Amsterdam voor het eerst via een stemcomputer. Het rode potlood en het traditionele vouwblad behoren tot het verleden. Amsterdammers selecteren eerst de partij van hun voorkeur, krijgen vervolgens de kandidatenlijst van die partij te zien en kunnen dan de kandidaat van hun voorkeur kiezen. Sommige wetenschappers veronderstellen dat deze procedure tot andere resultaten kan leiden dan de traditionele manier van stemmen, waarbij kiezers alle partijen en kandidaten tegelijk op een stemformulier voorgeschoteld kregen. Op zichzelf is die veronderstelling niet zo vreemd: uit onderzoek blijkt keer op keer dat de wijze van vraagstelling van invloed kan zijn op de antwoorden. Zo worden verschillende resultaten tussen opiniepeilers wel verklaard uit het feit dat sommigen telefonisch enquêteren en anderen online via een computerscherm. Die eerste methode zou ertoe leiden dat relatief nieuwe, onbekende partijen zoals Groep Wilders, minder vaak genoemd worden dan bij een online enquête waar respondenten expliciet met die mogelijk geconfronteerd worden.Het is maar de vraag of iets dergelijks zich als gevolg van de nieuwe stemprocedure zou kunnen voordoen. Allereerst is een verkiezing iets anders dan een (doorgaans onverwachte) enquête. Het uitbrengen van een stem is het sluitstuk van een keuzeproces waaraan een campagne en openbaar debat is voorafgegaan.Als het al zou gebeuren is de kans het grootst bij kiezers die op personen in plaats van partijen georiënteerd zijn in een verkiezing met relatief veel minder bekende partijen en veel kiezers die hun keuze nog niet definitief hebben bepaald. Bij stadsdeelraadverkiezingen is dat eerder het geval dan bij gemeenteraadsverkiezingen, maar in beide gevallen gaat het om een theoretische mogelijkheid. De praktische betekenis is marginaal.Makkelijker voorstelbaar is dat kiezers iets bewuster de kandidaat van hun voorkeur kiezen, nadat ze de partij van hun voorkeur hebben gekozen. Nu wordt immers expliciet gevraagd op welke kandidaat de stem moet worden uitgebracht.