Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Tussen goudkust en getto?

Op 17 maart organiseerde de Dienst Wonen in De Balie het congres 'Tussen goudkust en getto' over de dynamiek van Amsterdamse woonmilieus. Aanleiding voor het congres is het rapport Stedelijke dynamiek bij stagnerende woningmarkt. Dit rapport deelt Amsterdam in woonmilieus in. Deze milieus vormen een afspiegeling van sociale en fysieke kenmerken, waarbij de woning, de woonomgeving en de bewoners een belangrijke rol spelen. De bevolking van Amsterdam verandert voortdurend. Door de stad in woonmilieus in te delen kan voor ieder milieu passend beleid gemaakt worden. De indeling van Amsterdamse buurten in woonmilieus laat daarnaast zien hoe het met een buurt gaat.

Tien woonmilieus

Amsterdam heeft tien verschillende woonmilieus. De tien milieus variëren van centrum- en welgesteld stedelijke milieus tot stadsvernieuwing- en dorpsmilieus. Zowel in het centrummilieu als het welgesteld stedelijke milieu zijn de inwoners welvarend. In het welgesteld stedelijke milieu zijn de woningen echter groter dan in het centrummilieu. Minder welvarend zijn de inwoners van de stadsvernieuwingsmilieus, transitiemilieus en overgangsmilieus.

Dynamiek in de woonmilieus

Het woonmilieu waartoe een buurt gerekend wordt kan door de jaren heen veranderen. Het kan beter gaan met een buurt, maar het kan ook minder goed gaan. De belangrijkste kenmerken om verandering binnen de woonmilieus te bepalen zijn woningbezit, inkomen en etnische groepen.Hoe beter het met een gebied gaat, hoe hoger het milieu is waartoe een buurt hoort. Milieus die hoog in de hiërarchie staan hebben een groot aandeel eigen woningbezitters, inwoners met een hoog inkomensniveau, en er wonen veel Nederlanders en buitenlanders uit rijke westerse landen. Dit zijn voornamelijk het centrummilieu en het welgesteld stedelijke milieu. De milieus die lager op de ranglijst staan worden gekenmerkt door relatief veel huurwoningen, inwoners met wat lagere inkomens en een grotere variëteit aan etnische groepen. Voorbeelden hiervan zijn het stadsvernieuwingsmilieu, het transitiemilieu en het overgangsmilieu.

Meer differentiatie dan voorheen

Het rapport Stedelijke dynamiek bij stagnerende woningmarkt is niet de eerste beschrijving van Amsterdam in woonmilieus. In 2002 verscheen het rapport Doorstroming of verstopping? over hetzelfde onderwerp. Er is in twee jaar tijd veel veranderd in de stad, maar ook veel hetzelfde gebleven. Net als in 2002 was er ook in 2004 nog sprake van extreem lage dynamiek omdat er maar weinig huizen bij kwamen in de stad. Een belangrijke verandering is dat er minder mensen met lage inkomens en meer mensen met hoge inkomens in de stad wonen. Het aandeel etnische minderheden neemt toe, wat ten koste gaat van het aandeel Nederlanders. Er is meer differentiatie tussen de woonmilieus dan voorheen het geval was.