Veiligheid belangrijker dan kosten bij zwemles
- 27 februari 2004
Slechts 10 procent van de Amsterdammers vindt dat de gemeente moet opdraaien voor de extra kosten van gescheiden zwemlessen in het Islamitisch en Joods basisonderwijs. Het voornemen van een aantal stadsdelen om de extra kosten van gescheiden zwemmen te betalen vindt daarmee weinig steun. De helft (51 procent) van de Amsterdammers vindt zelfs dat de overheid gemengd zwemmen zou moeten verplichten; 44 procent vindt dat scholen zelf de vrijheid moeten hebben om te bepalen hoe de zwemles wordt ingevuld.
Een overgrote meerderheid van 87procent is overigens van mening dat in deze kwestie het resultaat belangrijker is dan het principe: het feit dat alle kinderen leren zwemmen is belangrijker dan de vrijheid van scholen om zelf vorm te geven aan de zwemles. Gesteld voor het dilemma extra gemeentelijke bijdrage of accepteren dat niet iedereen zwemles krijgt, kiest 54 procent voor een extra bijdrage; 38 procent accepteert dat niet alle kinderen leren zwemmen.
De helft van de Amsterdammers (49 procent) vindt dat gescheiden zwemmen de integratie van kinderen en hun ouders belemmert; 47 procent vindt dat het niet uitmaakt. Iets meer dan de helft denkt dat gescheiden zwemmen de emancipatie van meisjes belemmert; 40 procent denkt dat het niet uitmaakt.
Nederland kent openbaar en bijzonder onderwijs; 46 procent van de Amsterdammers zou een stelsel met uitsluitend openbaar onderwijs prefereren; 50 procent geeft de voorkeur aan de huidige situatie. Tegelijkertijd is 71 procent van mening dat Islamitisch onderwijs de integratie belemmert; 22 procent denkt dat het voor de integratie niet uitmaakt en 3 procent vindt dat Islamitisch onderwijs de integratie juist bevordert.