Veiligheid of avontuur? - Tijdsbesteding en ruimtegebruik van jongeren na school
- 4 mei 2004
Het onlangs verschenen proefschrift van Renske Emmelkamp (UvA, sociale geografie) is gewijd aan het 'tijdruimtelijk handelen' van jongeren. Haar onderzoeksvragen luidden: hoe en waar brengen jongeren na school hun vrije tijd door? Hoe bezorgd zijn de ouders over hun veiligheid en in hoeverre reguleren zij om die reden de tijdbesteding van hun opgroeiende kinderen? En hoe onderhandelen jongeren en ouders over de vrijetijdsbesteding - en daarmee over het sociaalruimtelijk netwerk - van de jongeren?

Daarbij zijn vier alledaagse plekken in het sociaal-ruimtelijk netwerk onderzocht op de betekenis die zij - in termen van veiligheid en avontuur - voor de jongeren enerzijds en hun ouders anderzijds hebben. Dat zijn: het huis, de club, de straat en de disco.Voor het empirisch gedeelte van het proefschrift werden 14- en 15-jarigen en hun ouders geënquêteerd, hield een aantal jongeren een weekschema bij en hield de onderzoekster diepte-interviews met jongeren en hun ouders.
Ruimtegebruik jongeren divers
Jongeren vertonen een grotere diversiteit in het naschoolse ruimtegebruik dan de onderzoekster op grond van de literatuur hierover verwachtte. Zij kunnen worden onderscheiden in vijf profielen of groepen. In afnemende omvang zijn dat: uit-en-thuizers, pleiners, beschermden, planners en binnenjongeren. Deze groepen verschillen vooral op twee dimensies: de mate waarin ze zonder toezicht buitenshuis vertoeven en de mate waarin hun vrijetijdsleven georganiseerd of gepland plaatsvindt. Zo scoren de beschermden - de naam zegt het al - hoog op de eerste dimensie en de planners hoog op de tweede dimensie.De vijf profielen zijn nauw verbonden met gender, sociaal-economische status en woonmilieu (de tegenstelling stad-platteland). De beschermden zijn vooral hoger opgeleide meiden, onder de pleiners daarentegen zijn veel jongens met een lage sociaal-economische achtergrond te vinden. Hoe hoger de sociaal-economische status, des te meer vrije tijd besteden jongeren buiten hun eigen buurt of woonplaats.
Regulering door ouders
Ouders en jongeren verschillen van mening over welke activiteiten en plekken wel of niet veilig zijn. De ouders moeten een balans zien te vinden tussen bescherming enerzijds en het stimuleren tot zelfstandigheid anderzijds. Zij doen dat door de tijdsbesteding van hun kinderen te structureren en daaraan regels te verbinden. Die regels kunnen gaan over de plaats, de aard, de sociale contacten (met wie) en het tijdstip van de activiteit. Op die manier ordenen zij het sociaal-ruimtelijk netwerk van jongeren tot een 'veilig avontuur.' Dit regulatieregime is gender- en klassenspecifiek en varieert tussen de woonmilieus.Jongeren hanteren verschillende strategieën om de grenzen van wat mag en niet mag te verleggen. 'Wijs doen', het censureren van bepaalde informatie en 'het rookgordijn' zijn daar voorbeelden van. In de 'strijd' met hun ouders over een veilige vrije tijd weten zij creatieve oplossingen te vinden die het avontuur ordenen en hun eigen bewegingsvrijheid vergroten.Een veilig avontuur; alledaagse plaatsen en vrijtijdsbesteding in de verhalen van jongeren en ouders. Renske Emmelkamp. Amsterdam, 2004.Het proefschrift is te bestellen bij de auteur: R.Emmelkamp@xs4all.nl