Verslag OIS-Symposium 2020: Wat doet corona met Amsterdam?
- 21 december 2020
We moeten het voor het eerst doen zonder fysiek jaarboek, merkt OIS-directeur Berent Daan op in zijn openingspraatje, maar nu is ook het traditionele symposium dit jaar digitaal. Dankzij corona. De pandemie heeft veel op zijn kop gezet. Ze leidt ook tot een herijking: wat vinden we belangrijk en wat voor overheid willen we eigenlijk hebben? Pandemie leidt tot de roep om een herijking van de overheid.
Wat covid-19 met Amsterdam doet, maakt een keur aan OIS-medewerkers in flitspresentaties duidelijk. Zo buigt Feiko de Grip zich over de beleving van de woning in coronatijd. Als je gedwongen de hele dag thuis zit, is het fijn als je een prettige woning hebt.
Maar met name alleenstaanden zijn sinds de coronamaatregelen negatiever over hun onderkomen gaan denken. Vooral de jongeren onder hen. Zij beschouwen de stad, met zijn horeca en parken, als een tweede huiskamer waar ze hun sociale contacten kunnen onderhouden. De meeste jongeren wonen krap. En dat realiseren ze zich des te meer door het huisarrest.
Ook het oordeel over de buurt veranderde door het thuiszitten. De klachten over overlast door buren namen met 20 procent toe, vertelt Sara de Wilde. Denk aan thuiswerkers die worden gehinderd door klussende buren. Ook overlast door jongeren nam toe. Aan de andere kant zegt 13 procent meer contact te hebben gekregen met de buren. Vijf procent is betrokken bij initiatieven om buren te helpen.
In economisch opzicht heeft Amsterdam meer onder corona te lijden dan de rest van Nederland. Dat komt door het internationale karakter van de stad, legt Tanja Fedorova uit. De ‘bezoekerseconomie’, met haar congressen, handelsbezoeken en toeristische sector, wordt sterk getroffen door het stilleggen van het internationale reisverkeer. Amsterdammers bleven met vakantie ook overwegend in eigen land of stad.
Minder zakkenrollerij
Corona blijkt ook te leiden tot een daling van de criminaliteit (-23 procent), en dan vooral de traditionele vormen als zakkenrollerij. Simpelweg doordat er minder mensen op straat waren. De ‘cybercrime’ nam juist toe doordat mensen meer online waren. Bij de versoepelingen in het derde kwartaal nam de traditionele criminaliteit weer toe en de digitale af, vertelt OIS-onderzoeker Nathalie Bosman. Ze verwacht over het 4e kwartaal van 2020 weer een daling van de criminaliteitscijfers door de aanscherping van de coronamaatregelen.
Naast de fysieke gezondheid vreet het virus ook aan het mentaal welbevinden van Amsterdammers. Zes op de tien Amsterdammers gaven de eerste maanden van de coronacrisis aan meer welzijnsproblemen te hebben dan voor de pandemie. Een derde was somberder. Ook andere welzijnsproblemen, zoals angst, stress, slapeloosheid en eenzaamheid spelen vaker dan voor de coronacrisis. Met de versoepelingen van half mei namen deze gevoelens af om weer toe te nemen met de opleving van de pandemie dit najaar. Eind september kampte een kwart met meer stress en angst en was 31 procent somberder dan voor de coronacrisis. Verklaringen kunnen gezocht worden in de beperking van het sociale contact, de onzekere toekomst, maar ook de andere leefstijl, vertelt Eliza van der Beek. Amsterdam heeft meer welzijnsproblemen door corona dan de rest van het land, wellicht doordat de stad op een aantal vlakken ook harder geraakt wordt. Hoofd onderzoek Jeroen Slot voegt eraan toe dat psychosociale klachten als eenzaamheid sowieso vaker voorkomen in de stad.
Meer digitaal
Nina Vos, ‘stagiair aan eigen keukentafel’ bij OIS, vertelt over het onderzoek naar individuele ervaringen van Amsterdammers met de coronamaatregelen. Voor velen is het een geluk dat digitale contacten mogelijk zijn. Ruim de helft van de Amsterdammers zegt meer digitaal contact met vrienden en familie te hebben gehad. In het algemeen brachten mensen meer tijd achter een beeldscherm door. Veertig procent van de mensen winkelt meer online. Maar er wordt ook meer de natuur ingetrokken. Voor ruim een derde van de Amsterdammers, vooral jongeren, is dat het geval.
Het dragen van een mondkapje op openbare plekken wordt verschillend beleefd door Amsterdammers. Sommigen voelen zich bekeken en idioot, anderen juist zelfverzekerd. Een meerderheid - maar een iets kleiner deel dan landelijk - denkt dat een vaccin een einde aan corona maakt. Vooral lager opgeleiden zijn sceptisch.
Er waren ook positieve gevolgen. Velen hebben door de verminderde drukte en overlast door bezoekers meer waardering voor de stad en zijn architectuur gekregen. Veel mensen noemen de coronacrisis een moment van reflectie of een ‘reset-moment’. Zes op de tien zeggen dat de corona voor hen duidelijk maakt wat echt belangrijk is in het leven. Ze zijn meer stil gaan staan bij de dingen die ze echt missen door corona, of die ze juist nog wél hebben.
Vitaliteit
Jeroen Slot vertelt over de nieuwe Coronamonitor die vanaf nu op data.amsterdam.nl te vinden is. Hij weidt daarbij uit over de gevolgen van covid-19 voor de demografie en mobiliteit. Afgelopen decennium groeide de Amsterdamse bevolking met zo’n tienduizend inwoners per jaar. Maar eind 3e kwartaal was het inwonertal nagenoeg gelijk aan dat in september 2019. Het aantal vestigingen was duidelijk teruggelopen, vooral die uit het buitenland van bijvoorbeeld studenten. Binnenlandse studenten konden hierdoor op hun beurt iets makkelijker woonruimte vinden in de stad. Slot noemt de immigratie belangrijk, omdat Amsterdam ‘afhankelijk is van de vitaliteit die komt met jonge, nieuwe inwoners’.
Toch kan niet gezegd worden dat Amsterdammers, met name gezinnen, door corona de stad massaler de rug toekeren. De trend van het groeiende aantal vertrekkers bestond al langer. Hoge prijzen op de Amsterdamse woningmarkt zijn daar de belangrijkste reden voor. De automobiliteit is dit najaar stevig toegenomen. Dat zorgt volgens Slot voor ambigue gevoelens: het duidt op toenemende economische activiteit, maar meer mobiliteit vergroot ook de kans op verspreiding van covid-19. Dezelfde maatregelen als bij de eerste coronapiek hebben bij de tweede golf een andere invloed, constateert Slot. Mensen werken veel minder thuis dan in het voorjaar. Ook de parkeerdruk is nu veel hoger in Amsterdam.
De coronameter bevat nog meer cijfers die te denken geven, vervolgt Slot. Zo is de werkloosheid in een half jaar net zo sterk gestegen als in een paar jaar financiële crisis. En veel gevolgen moeten nog in de statistieken duidelijk worden, terwijl we nog drie donkere wintermaanden te gaan hebben.
Corona en bevolkingsgroepen
Gastspreker Maurice Crul vertelt over met OIS opgezette onderzoeken naar de gevolgen van de coronamaatregelen voor de verschillende bevolkingsgroepen. De verschillen tussen de diverse groepen in beleving van corona blijken niet heel groot te zijn. Alleen als het gaat om ‘buurtspanningen’ zijn er verschillen langs etnische scheidslijnen. Mensen zonder migratieachtergrond hebben er het meeste last van. De verschillen worden groter als we de ondervonden buurtspanningen bekijken vanuit opleidingsniveau. Hoogopgeleide tweeverdieners zijn beiden veel meer aan huis gebonden dan anderen. Ze ervaren daardoor meer overlast van de buurt en de buren. Lager opgeleiden moeten daarentegen vaker fysiek op hun werk aanwezig zijn.
Opvallend is dat in sterk gemengde wijken - waar iedereen tot een minderheid behoort, ook mensen zonder migratieachtergrond - de verschillen tussen bevolkingsgroepen in beleving van de pandemie veel kleiner zijn dan elders.
Verder bestaat het beeld dat laagopgeleiden eerder besmet raken met het virus, omdat ze vaker buiten de deur moeten zijn. Maar Crul, die zijn onderzoek tijdens de eerste coronaperiode deed, constateert dat juist hoogopgeleiden het virus de stad in hebben gebracht. Van een zakenreis, als terugkerende wintersporter of door vergaderingen die toen nog niet allemaal digitaal werden gehouden.
‘Alledaagse attentheid’
Gastspreker Monique Kremer signaleert als bijzonder hoogleraar actief burgerschap een opleving van het solidariteitsgevoel of van wat ze noemt ‘alledaagse attentheid’ - ‘een lichte vorm van naar elkaar omkijken’. Maar, voegt ze eraan toe, solidariteit is van elastiek en vergt onderhoud. In de tweede golf lijkt die solidariteit al een stuk minder.
Opvallend noemt Kremer de terugkeer van de overheid, die diep in de buidel tast om getroffen groepen als zzp’ers te helpen. Alleen heeft de helft van de burgers van grote steden geen vertrouwen in die overheid. Dat vertrouwen is volgens Kremer belangrijk voor burgers om zich aan richtlijnen te houden, maar óók voor de bereidheid iets extra’s te doen voor je omgeving.
De coronacrisis is ook een sociale crisis en zorgt voor een verdieping van verschillende maatschappelijke kloven: mensen die aan het kortste eind trekken zijn jongeren, flexwerkers, mensen met psychische problemen of een verstandelijke beperking. Hulpbehoevenden zijn eenzamer geworden en hebben er problemen bij gekregen. Deze kloof maakt duidelijk dat zelfredzaamheid veel te veel uitgangspunt is geweest in het sociaal beleid, stelt Kremer. De overheid moet zich niet terugtrekken, want alleen met een sterke overheid doen mensen juist meer voor elkaar. En om het vertrouwen van de burger te winnen, moeten overheidsinstellingen weer een gezicht krijgen, bereikbaar zijn en zich niet verschuilen achter digitale middelen.
Informele netwerken
GroenLinks-wethouder Rutger Groot Wassink van Sociale zaken, Diversiteit en Democratisering herkent veel in de verhalen van de sprekers. Hij ziet dat veel sluimerende problemen door corona aan het oppervlak komen, zoals de kwetsbaarheid van de flexibele arbeidsmarkt. Maar hij heeft ook veel goede dingen gezien, zoals het steunpakket voor de arbeidsmarkt.
Hij sluit zich aan bij het pleidooi van Cremer voor een herijking van de overheid. Zelfs premier Rutte vindt nu dat de overheid een schild voor de zwakkeren moet zijn, merkt Groot Wassink op. Wat hem betreft mag ook de verhouding tussen Rijk en steden worden geherdefinieerd. Voor zijn eigen portefeuille ligt er de uitdaging om formele netwerken te verbinden met informele - zonder dat die laatste door bureaucratisering de nek om worden gedraaid.