Meesten hebben het nieuws niet gevolgd

Vijfenveertig procent van de ondervraagde Amsterdammers heeft het nieuws over de Vluchtkerk de afgelopen weken niet of nauwelijks gevolgd. Ruim een derde geeft aan het nieuws hierover een beetje te hebben gevolgd en 13 procent heeft het tamelijk goed gevolgd. Vier procent van de ondervraagden heeft het nieuws nauwgezet gevolgd.

Het Rijk moet zoeken naar alternatieven en maatwerk bieden

Het Rijk is verantwoordelijk voor het vluchtelingenbeleid. Gemeenten hebben daarover formeel geen zeggenschap. Gevraagd werd wat het Rijk volgens de respondenten zou moeten doen (tabel 1). Meer dan de helft (55 procent) van de respondenten geeft aan dat het Rijk zou moeten zoeken naar alternatieven en maatwerk zou moeten bieden. Ruim een kwart (27 procent) vindt dat het Rijk het beleid gericht op de uitzetting moet uitvoeren. Mensen die een ander antwoord geven zeggen bijvoorbeeld dat er meer op basis van individuele gevallen moeten worden beslist over de beste oplossing voor vluchtelingen.

Andere locatie?

Achtendertig procent van de Amsterdammers vindt dat de Gemeente Amsterdam een andere locatie moet zoeken als de vluchtelingen de kerk moeten verlaten en dat de gemeente basale medische zorg moet bieden aan de vluchtelingen. Bijna een derde zegt dat de gemeente actief moet helpen zoeken naar een oplossing. Een vijfde vindt dat de gemeente Amsterdam helemaal niets moet doen, maar voor oplossingen juist moet verwijzen naar het Rijk. Mensen die een ander antwoord geven (4 procent) zeggen bijvoorbeeld dat de vluchtelingen moeten worden uitgezet en anderen vinden bijvoorbeeld dat de gemeente sámen met het Rijk naar een oplossing moet zoeken.

Situatie moet blijven zoals die is

De vluchtelingen hebben geen verblijfsvergunning en zijn dus illegaal in Nederland. In het regeerakkoord van VVD en PvdA is opgenomen dat illegaliteit strafbaar moet worden. Gevraagd werd wat de respondenten hiervan vinden. De meeste mensen (41 procent) vinden dat de situatie moet blijven zoals die nu is en 23 procent vindt dat illegaliteit strafbaar moet worden. Ruim een kwart vindt dat het bijvoorbeeld afhangt van het soort straffen. De mening van de Amsterdammers hierover hangt af van hun politieke voorkeur. Van de ondervraagden die bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen op een linkse partij hebben gestemd, vindt 51 procent dat de situatie moet blijven zoals die nu is en 13 procent procent vindt dat illegaliteit strafbaar moet worden. Van de mensen die bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen op een rechtse partij hebben gestemd, vindt 5 procent dat de situatie moet blijven zoals die is en 61 procent vindt dat de illegaliteit strafbaar moet worden.

Amsterdammers voor kinderpardon

In het regeerakkoord is ook het zogenaamde ‘kinderpardon’ opgenomen. Het kinderpardon geldt voor de ongeveer 800 minderjarigen die langer dan vijf jaar in Nederland wonen. De meerderheid van de ondervraagde Amsterdammers (84 procent) is voor het kinderpardon. Tien procent is tegen het kinderpardon en zes procent weet het niet. Ook de mening over het kinderpardon hangt af van de politieke voorkeur. Van de ondervraagden die bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen op een linkse partij hebben gestemd, is 91 procent voor het kinderpardon, tegenover 60 procent van de mensen die op een rechtse partij hebben gestemd.

Gemeente moet terughoudend zijn als illegaliteit strafbaar wordt

Als illegaliteit strafbaar zou worden, dan vindt 41 procent van de ondervraagden dat de gemeente Amsterdam daarin terughoudend moet zijn. Een derde geeft aan dat de gemeente Amsterdam daaraan helemaal niet zou moeten meewerken en 22 procent vindt dat de gemeente daar dan voluit uitvoering aan moet geven.