Project: Waar doet de Amsterdammer zijn boodschappen?
- 10 april 2019
De staat en ontwikkeling van de Amsterdamse detailhandel worden voor een groot deel bepaald door de consumptiebehoefte van Amsterdammers. Worden de dagelijkse boodschappen in de eigen buurt gedaan en koopt de Amsterdammer steeds meer online? Belangrijke informatie voor gemeentelijke onderdelen als Economische Zaken, Ruimte en Duurzaamheid en Stadsdelen.

Projecttype: Het project is een onderzoeksmonitor met een doorlooptijd van twee jaar.
Werkwijze
In de monitor wordt informatie verzameld over de status van de Amsterdamse Detailhandel. De volgende informatiebronnen worden geraadpleegd:
- ARRA (het bedrijvenregister in beheer van OIS) om de dynamiek van de detailhandel in kaart te brengen;
- informatie over leegstand en winkelhuren via EZ, Locatus en Cushman & Wakefield;
- bevindingen uit de consumentenenquête gehouden onder 4.500 Amsterdammers.
Tussen januari 2017 en juli 2018 is aan Amsterdammers gevraagd waar ze de laatste keer hun dagelijkse en niet-dagelijkse boodschappen hebben gekocht. Deze informatie wordt gebruikt om de koopkrachtbinding met wijk, stadsdeel en stad te berekenen. Ook is in de enquête gevraagd om winkelstraten te waarderen waar men regelmatig winkelt en boodschappen doet. Daarnaast is gevraagd of bewoners tevreden zijn over het aanbod van winkels voor dagelijkse boodschappen in hun buurt.
Resultaten
De onderzoeksresultaten zijn te vinden in de Monitor Detailhandel 2018. Een kleine greep uit de uitkomsten: Amsterdammers kochten in 2017/2018 een kwart van de laatst aangeschafte producten online. De koopkrachtbinding voor dagelijkse boodschappen schommelt tussen 81 procent en 92 procent per stadsdeel. De koopkrachtbinding voor Amsterdammers met Amsterdam is voor dagelijkse boodschappen 95 procent. De koopkrachtbinding voor niet-dagelijkse boodschappen is 66 procent. In veel winkelbranches voor niet-dagelijkse boodschappen is zowel het aantal vestigingen als de winkelvloeroppervlakte afgenomen Bij de kledingbranche, de ijzerwaren- en gereedschappenbranche, waaronder doe-het-zelfzaken, is juist sprake van een afname van het aantal winkels en toename van het winkeloppervlak.
Hoe gaan we ermee verder?
Het veldwerk van de monitor 2019-2020 is inmiddels van start. De nieuwe data worden verwacht in het najaar van 2020.
Contact
Rogier van der Groep Team Ruimte en Economie Onderzoek, Informatie en Statistiek algemeen.ois@amsterdam.nl