De gemeente Amsterdam heeft O+S gevraagd om dit het komende halfjaar maandelijks te doen om te kunnen volgen wat de effecten zijn van de ontwikkelingen en de besluitvorming op de mening van Amsterdammers. Vanaf december worden ook forensen en ondernemers gevraagd naar hun mening.

In totaal hebben 379 Amsterdammers meegedaan aan de telefonische enquête van november. Drie op de vier ondervraagde Amsterdammers (73 procent) denkt dat de Noord/Zuidlijn in de toekomst voor een betere bereikbaarheid van de stad zal zorgen. Over de vraag of de Noord/Zuidlijn Amsterdam aantrekkelijker maakt voor toeristen en andere bezoekers is verdeeldheid: 46 procent denkt dat dit enigszins of zeker het geval zal zijn, 47 procent denkt dat dit niet of nauwelijks zo zal zijn.

Op de vraag of men voor of tegen de aanleg van de Noord/Zuidlijn is, zegt ongeveer de helft van respondenten (49 procent) voor de aanleg te zijn, 31 procent is tegen en 20 procent heeft geen mening. Het percentage voorstanders ligt hoger dan bij de vorige meting: in september was 38 procent voorstander. Het percentage voorstanders is hiermee terug op het niveau van 2006 toen 48 procent voorstander was. Het effect van de gebeurtenissen rond de Vijzelgracht lijkt te zijn vervlogen in de mening van Amsterdammers.

Als het gaat om meer specifieke stellingen die ook in september 2008 werden voorgelegd is er nauwelijks tot geen verschil waarneembaar.

Zo is ongeveer één op drie Amsterdammers (34 procent) van mening dat de bouw gewoon moet doorgaan, 17 procent wil stoppen. Van alle ondervraagden vindt 38 procent dat eerst duidelijk moet zijn wat de oorzaak van de verzakkingen in september is voordat een keuze gemaakt wordt over het vervolg van de Noord/Zuidlijn.

Desgevraagd denkt 38 procent van de respondenten dat de kosten in de toekomst een aanleiding kunnen vormen om het project te stoppen. Verder denkt 45 procent dat toekomstige technische problemen een reden zou kunnen zijn om te stoppen met de bouw van de Noord/Zuidlijn.