Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Onderzoek en Statistiek

Aard, omvang en opvolging van lhbtiqa+-gerelateerde incidenten

Amsterdamse lhbtiqa+-personen werden in 2024 vaker slachtoffer van discriminatie, pesten, bedreiging en seksueel geweld dan niet-lhbtiqa+-personen. Bovendien ervaren lhbtiqa+-personen vaak meer emotionele gevolgen van incidenten dan anderen. In de stad verzorgen verschillende organisaties samen de nazorg voor slachtoffers van lhbtiqa+-gerelateerde incidenten. Er is een aantal mogelijke verbeterpunten voor de opvolging van deze incidenten. Dit blijkt uit onderzoek van Onderzoek en Statistiek (O&S).

Van de lhbtiqa+-inwoners van Amsterdam en Weesp (hierna: Amsterdammers) heeft een kwart zich in 2024 weleens gediscrimineerd gevoeld. Dit is een groter aandeel dan onder niet-lhbtiqa+-personen (25 procent tegenover 18 procent).

4 procent van de lhbtiqa+-Amsterdammers heeft zich vaak gediscrimineerd gevoeld. Vooral non-binaire of genderqueer (NBGQ) personen (10 procent), aseksuele personen (8 procent) en transgender personen (8 procent) voelden zich vaak gediscrimineerd. Lhbtiqa+-inwoners zijn in 2024 ook vaker gepest dan niet-lhbtiqa+-inwoners (5 procent tegenover 2 procent).

Lhbtiqa+-Amsterdammers werden daarnaast vaker slachtoffer van vormen van traditionele criminaliteit en online criminaliteit. Zo werden zij vaker slachtoffer van geweldsdelicten en dan met name van bedreiging en seksueel geweld.

Uit de samengevoegde cijfers van 2023 en 2024 blijkt dat vooral bi-plus vrouwen en NBGQ-personen vaker slachtoffer werden van seksueel geweld. Homo mannen en NBGQ-personen werden vaker slachtoffer van bedreiging met geweld.

Veel lhbtiqa+-personen in de stad geven aan emotionele gevolgen te ervaren van de incidenten en bij sommige incidenten hebben zij hier ook meer last van dan niet-lhbtiqa+-inwoners. Zo ervaren lhbtiqa+-personen vaker emotionele of psychische problemen na een incident dan niet-lhbtiqa+-personen. 56 procent van de lhbtiqa+-slachtoffers van discriminatie heeft bijvoorbeeld minder vertrouwen in mensen en 37 procent voelde zich minder veilig na een incident.

Opvolging van incidenten

Een deel van de slachtoffers meldt lhbtiqa+-gerelateerde incidenten. Meldingen komen met name binnen bij de politie en Discriminatie.nl Regio Amsterdam.

In de opvolging van incidenten zijn verschillende organisaties betrokken zoals de gemeente Amsterdam, de politie, Discriminatie.nl Regio Amsterdam en Slachtofferhulp. O&S onderzocht hoe die opvolging in de stad verloopt en wat mogelijke verbeterpunten zijn. Niet elke organisatie werkt evenveel of goed samen met de andere organisaties. Ook binnen organisaties is niet iedereen tevreden over de samenwerking. Er is bij professionals van de gemeente bijvoorbeeld behoefte aan meer contact tussen de stadsdelen rondom lhbtiqa+-gerelateerde incidenten.

De regie van de opvolging ligt volgens het handelingskader bij de projectleiders Veiligheid van de gemeente. De regie bestaat vooral uit het coördineren van de hulp. In de opvolging staan de behoeftes van slachtoffers centraal. De verschillende organisaties bieden een luisterend oor en kijken welke hulp nodig is. Een belangrijke behoefte van slachtoffers is dat zij gehoord worden na een incident. Een aantal projectleiders Veiligheid vraagt zich af of het bieden van een luisterend oor logisch is binnen hun baan. Hun baan is vrij praktisch en deze sociale functie vraagt andere vaardigheden

De opvolging van een incident zorgt er niet altijd voor dat een slachtoffer helemaal herstelt. De betrokken organisaties zien dat ook niet altijd als hun rol. De professionals van die organisaties hebben daarnaast beperkte mogelijkheden om het herstel te ondersteunen. Daardoor voldoen de organisaties niet altijd aan de verwachtingen van de slachtoffers.