In Amsterdam had de coronapandemie weinig invloed op het aantal mbo-afgestudeerden. Landelijk daalde het aantal afgestudeerden wel. In studiejaar 2021/’22 waren er op sommige niveaus zelfs iets meer Amsterdamse afgestudeerden dan voor de coronaperiode.

In dat studiejaar studeerde bijna de helft van alle afstudeerders af in in sector economie. Die sector is vooral heel populair op niveau 4. Veruit de meeste Amsterdamse mbo-starters hebben een diploma voor de sector Economie op niveau 4 behaald. Hierna is het aantal afgestudeerden in de sector Zorg en welzijn op niveau 4 het grootst. In beide sectoren stijgt het aantal afgestudeerden. De afstudeersector techniek is in Amsterdam het minst populair.

In afstudeercohort 2021/’22 waren er zes maanden na afstuderen minder starters aan het werk dan in de afstudeercohorten ervoor. We kijken vooral naar de cohorten die voor de coronapandemie afstudeerden om die betrouwbare vergelijkingsgroep vormen. In die cohorten was na zes maanden ongeveer 67 procent aan het werk. In cohort 2021’/22 was dit 64 procent.

Dat dit aandeel lager ligt, komt waarschijnlijk doordat er in maart 2023 sprake was van een lichte krimp in de economie. In alle afstudeersectoren onder bijna alle niveaus daalde het aantal starters dat binnen zes maanden een baan had. Maar de daling is het sterkst onder starters uit de sector zorg en welzijn op niveau 3 en 4.

Over het algemeen geldt dat de diploma’s in de technische domeinen de beste baankans geven. Maar er zijn wel verschillende tussen de niveaus. Zo hebben afstudeerders op niveau 2 in domein Veiligheid en sport de meeste kans op een baan. Het uurloon van starters in de technische domeinen ligt ook relatief hoog. De domeinen Economie en administratie en Handel en ondernemerschap geven op alle drie de niveaus een relatief kleine baankans. Het gemiddeld uurloon valt voor laatstgenoemde groep ook relatief laag uit.

Amsterdamse mbo-starters zijn minder vaak aan het werk dan mbo-starters elders in het land. Dat geldt binnen alle afstudeersectoren, maar de verschillen zijn niet op alle sectoren even groot. Demografische verschillen tussen Amsterdam en Nederland spelen daarbij mogelijk een rol. Daarnaast is de vraag op de Amsterdamse arbeidsmarkt wellicht lager dan op de landelijke markt. Daardoor zouden Amsterdamse mbo-starters met een vergelijkbare opleiding minder vaak een baan kunnen vinden.