Energielabel, energiegedrag, energiearmoede en wooncomfort
- Publicatie
- 2014
Voor de Rekenkamer Amsterdam heeft O+S onderzoek uitgevoerd onder 800 sociaal huurders. Daaruit blijkt dat huishoudens met een meer energiezuinig energielabel (bijvoorbeeld A of B) beduidend meer wooncomfort ervaren dan huishoudens met een minder energiezuinig label (met name F of G). Zo vinden ze de woning minder vaak te koud, tochtig of vochtig.

Het energielabel hangt ook samen met het energiegedrag. Bewoners van de minst energiezuinige woningen (label G) blijken bijvoorbeeld minder kamers te verwarmen en stellen de temperatuur daarbij lager in. Ook verwarmen ze minder vaak de hal of gang. Tegelijkertijd nemen juist de bewoners van energiezuinigere woningen (met name label A, B, C) vaker energiebesparende maatregelen, zoals het gebruiken van A++ apparaten en LED- en spaarlampen. Ze vinden ook veel vaker dat hun huishouden zuinig, energiebewust is.
Bij huishoudens met een minder energiezuinig energielabel gaat ten slotte een groter deel van het besteedbare huishouden naar de energierekening dan bij huishoudens met een meer energiezuinige woning. Er is hierdoor meer sprake van ‘berekende energiearmoede’, dat 10 procent of meer van het besteedbare inkomen aan de energierekening wordt besteed. Deze huishoudens geven echter niet vaker aan dat ze moeite hebben om de energierekening te betalen. Ze ervaren in die zin dus geen energiearmoede.