Ervaringen met politiecontroles
- Publicatie
- november 2025
In 2024 zei 9 procent van de inwoners van de gemeente Amsterdam in de afgelopen twaalf maanden gecontroleerd te zijn door de politie, zo blijkt uit de Veiligheidsmonitor 2024. Jonge mannen geven het vaakst aan te zijn gecontroleerd. Van de mensen die aangeven gecontroleerd te zijn, denkt 17 procent dat hun afkomst, huidskleur of uiterlijk voor de politie een reden was om hen te controleren.

Van de inwoners van de gemeente Amsterdam (hierna: Amsterdammers) gaf 3 procent aan in de afgelopen twaalf maanden meermaals te zijn gecontroleerd. Deze percentages zijn gelijk aan 2023. In 2023 zei landelijk 8 procent van de Nederlanders in de afgelopen twaalf maanden te zijn gecontroleerd en 2 procent meerdere keren. In 2024 is het onderzoek landelijk niet uitgevoerd.
Amsterdamse mannen geven vaker aan te zijn gecontroleerd door de politie dan vrouwen. Amsterdammers tussen de 15 en 25 jaar oud zeggen dit vaker dan oudere inwoners. Als we kijken naar een combinatie van die achtergrondkenmerken, blijkt dat mannen tussen de 15 en 25 het vaakst aangeven gecontroleerd te zijn (24 procent).
Amsterdammers met ouders uit Suriname, Turkije of Marokko geven vaker aan gecontroleerd te zijn dan gemiddeld. Maar als we rekening houden met geslacht, leeftijd en opleidingsniveau van deze groepen dan verschillen Amsterdammers met ouders uit Turkije of Marokko niet van Amsterdammers zonder migratieachtergrond. Een uitzondering hierop zijn Amsterdammers van wie een of beide ouders in Suriname zijn geboren. Zij zeggen iets vaker te zijn gecontroleerd dan Amsterdammers zonder migratieachtergrond, ook als we rekening houden met andere factoren zoals geslacht, leeftijd en opleidingsniveau.
De meerderheid van de gecontroleerde Amsterdammers vindt dat de politie hen bij de laatste controle rustig, respectvol en correct heeft behandeld. Ook geeft de meerderheid aan dat de politie hen de reden voor de controle vertelde en van hen vinden de meesten die reden ook duidelijk.
Van de inwoners die zeggen gecontroleerd te zijn, denkt 17 procent dat hun afkomst, huidskleur of uiterlijk voor de politie een reden was om hen te controleren. Landelijk is dat 9 procent. Amsterdammers met een migratieachtergrond denken vaker dat hun afkomst, huidskleur of uiterlijk voor de politie een reden was om hen te controleren (24 procent) dan Amsterdammers zonder migratieachtergrond (5 procent). Ook Amsterdammers die meerdere keren gecontroleerd zijn, denken dit vaker.
Van de Amsterdammers die aangeven dat de politie hen de reden voor de controle niet vertelde, denkt 37 procent dat hun afkomst, huidskleur of uiterlijk voor de politie een reden was om hen de laatste keer te controleren. Onder Amsterdammers die aangeven dat de politie hen de reden wel vertelde ligt dit aandeel lager (14 procent). Amsterdammers die vervolgens aangeven dat de reden voor de controle (zeer) duidelijk was, hebben dat idee nog minder vaak (9 procent). Dit geldt ook als we rekening houden met andere kenmerken van de groepen, zoals herkomst.