Sinds 1 januari 2015 publiceert het CBS werkloosheidscijfers op basis van de internationale definitie van werkloosheid. Iemand is nu al werkloos als hij niet werkt en voor minimaal 1 uur per week werk zoekt (dit was 12 uur), maar het omgekeerde geldt ook, iemand die 1 uur of meer per week werkt en daarnaast zoekt naar een andere of grotere baan geldt niet meer als werkloos.

Dit heeft gevolgen voor het aantal en aandeel werklozen. Het aandeel jongere werklozen zal dalen (doordat de noemer sterk toeneemt), terwijl het absolute aantal stijgt. In aansluiting op het CBS is deze monitor jeugdwerkloosheid ook gebaseerd op de ‘nieuwe’ definitie. Dit zorgt ervoor dat de huidige monitor niet volledig vergelijkbaar zal zijn met de voorgaande monitoren.

Jeugdwerkloosheid licht gedaald

In 2014 waren 13.300 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15 tot en met 26 jaar werkloos. Zij zoeken actief naar een baan maar kunnen die niet vinden. Dit komt neer op 13,3 procent van de beroepsbevolking. Een jaar eerder was dit 14,7 procent. Deze percentages zijn gebaseerd op de nieuwe definitie van werkloosheid, die sinds begin 2015 wordt gebruikt. De jeugdwerkloosheid in Amsterdam ligt boven het landelijk gemiddelde (11,8 procent).

Van alle werkloze Amsterdamse jongeren volgt 65 procent een opleiding. Deze jongeren zijn naast hun studie op zoek naar een (bij)baan van minimaal 1 uur in de week. De overige 4.560 jongeren hebben geen werk en volgen ook geen opleiding, 3.550 van deze jongeren hebben een startkwalificatie en 1.100 niet.

Werkloze jongeren zijn gemiddeld 6 maanden op zoek naar een baan. Dat is korter dan Amsterdamse werklozen van 27 jaar en ouder, zij zijn gemiddeld 17 maanden op zoek voordat ze een baan vinden. Hoogopgeleide jongeren zijn gemiddeld het kortst werkloos (3 maanden), jongeren met een niet-westerse achtergrond zijn gemiddeld het langst werkloos (8 maanden).

Jongeren zonder startkwalificatie zijn het vaakst werkloos (25 procent). Dit was vorig jaar ook het geval. Een startkwalificatie is een diploma op minimaal mbo niveau 2 of een havo/vwo diploma. Daarnaast zijn jongeren van niet-westerse herkomst (21 procent) een stuk vaker werkloos dan jongeren van Nederlandse- (9 procent) en westerse herkomst (7 procent).