Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Monitor Sociale Veiligheid openbaar vervoer 2021

In 2021 werd in Amsterdam minder vaak met het openbaar vervoer (OV) gereisd dan voor de coronacrisis. Hoewel in 2021 opnieuw de meerderheid zich veilig voelde in het OV (78 procent), daalde dit percentage licht (2020: 81 procent en 2019: 84 procent). Het niet opvolgen van de coronaregels wordt vaak genoemd als reden voor onveiligheid. Ook voelde de helft (47 procent) van de reizigers zich weleens onveilig door drukte in het OV. De indruk van reizigers van de hoeveelheid criminaliteit in het OV is vergelijkbaar met eerdere jaren. Wel daalde het aantal aangiften met een OV-locatie opnieuw sterk. Dit blijkt uit de Monitor Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer (MSVOV), die sinds 2008 in kaart brengt hoe veilig Amsterdammers zich voelen in het Amsterdamse openbaar vervoer.

In het onderzoek wordt reizigers gevraagd naar veiligheidsbeleving, vermijdingsgedrag, ervaren overlast, criminaliteit, toezicht en drukte in het openbaar vervoer (OV). De MSVOV 2021 behandelt deze onderwerpen in tijden van corona. In totaal hebben 1.043 Amsterdammers aan het onderzoek meegedaan, een respons van 10 procent. Voorgaande jaren lag de respons tussen 11 procent en 16 procent.

Sociale veiligheid opnieuw gewaardeerd met een 7,7

Drieënnegentig procent van de respondenten maakte in de afgelopen 12 maanden gebruik van het OV. De tram werd het meest gebruikt. Driekwart van de respondenten maakte in die periode minimaal vijf keer gebruik van de tram. Ruim een op de vijf respondenten gebruikte de tram (23 procent) of metro (21 procent) minimaal wekelijks. Ruim de helft (56 procent) van de respondenten zegt minder gebruik te hebben gemaakt van het OV dan voor corona, in de eerste 7-8 maanden van de coronacrisis was dit driekwart. 40 procent van hen, maakte voor de coronacrisis wel gebruik van het OV. Zij gebruiken vaak een alternatief vervoermiddel en/of voelen zich door corona niet meer prettig in het OV.

Amsterdammers zijn positief over de sociale veiligheid in het Amsterdamse OV. In 2021 is het gemiddelde rapportcijfer een 7,7 net als in 2020. Het aandeel reizigers dat zich (zeer) veilig voelt, is licht gedaald. Ongeveer driekwart (78 procent) voelt zich (zeer) veilig. Dat is iets lager dan in 2021 (81 procent) en 2019 (84 procent). Mannen voelen zich vaker (zeer) veilig dan vrouwen (84 procent vs. 74 procent). Het niet opvolgen van de coronaregels wordt vaak genoemd als reden voor onveiligheid, ondanks dat expliciet naar sociale veiligheid is gevraagd. Ook een gebrek aan toezicht, groepjes hangjongeren en ruzies worden vaak genoemd. Reizigers die zich onveilig voelen, noemen Amsterdam Centraal het vaakst als locatie waar zij zich onveilig voelen.

Overlast in OV nog steeds vaak coronagerelateerd

Net als vorig jaar ervaren relatief veel reizigers coronagerelateerde overlast in en rondom het OV. Van alle vormen van overlast komt opnieuw overlast door medereizigers die geen afstand houden het meest voor (67 procent), gevolgd door medereizigers die geen mondkapje dragen (63 procent). Daarnaast zegt de helft van de reizigers soms of vaak overlast te ervaren van medereizigers die hoesten of niezen (was 42 procent). Van overlastvormen die niet met corona te maken hebben, komt geluidsoverlast door mobiel bellen opnieuw het meest voor (49 procent), gevolgd door andere vormen van geluidsoverlast (35 procent).

Overlast wordt vooral ervaren in de metro. Ook op metrostations en in de tram ervaren relatief veel reizigers overlast. Op deze locaties worden door vervoerders eveneens de meeste incidenten geregistreerd. De meeste meldingen kwamen van NS en GVB. Bij beide vervoerders komt overlast net als eerdere jaren het meest voor, gevolgd door optreden bij betalingsproblemen. Wel werden in de periode september 2020 tot en met augustus 2021 bij GVB 22 procent minder incidenten geregistreerd in Amsterdam dan in dezelfde periode een jaar eerder. Ook de NS registreerde minder incidenten (-7 procent).

Aangiften met OV-locatie verder gedaald

Vergelijkbaar met eerdere jaren denkt 45 procent van de reizigers dat criminaliteit in het OV niet of (zeer) weinig voorkomt. Het merendeel van de reizigers schat bovendien de kans om in de komende 12 maanden zelf slachtoffer te worden van zakkenrollerij, beroving of mishandeling (heel) klein in. Toch is deze groep relatief kleiner dan in 2020 en 2019. Zeven procent denkt dat de kans om zelf slachtoffer te worden van zakkenrollerij (heel) groot is. Voor beroving en mishandeling schat 4 procent de kans (heel) groot in.

Zes procent van de reizigers zegt slachtoffer te zijn geworden van een of meer vormen van criminaliteit, zoals bedreiging zonder wapen (2 procent), diefstal/zakkenrollerij zonder geweld, seksueel geweld, mishandeling en diefstal/zakkenrollerij met geweld (allen 1 procent). Reizigers die aangeven slachtoffer te zijn geworden van een ander misdrijf (2 procent) noemen met name verbale agressie zoals uitschelden en racistische opmerkingen, en (seksuele) intimidatie. De meeste misdrijven kwamen voor in de metro of op metrostations.

In de maanden september 2020 tot en met augustus 2021 kwamen in totaal 1.526 aangiften binnen met een OV-locatie. Dit is een sterke daling (-26 procent) ten opzichte van dezelfde periode het jaar ervoor, toen dit er 2.062 waren. In 2018-2019 lag dit aantal met 2.826 nog hoger. Deze daling komt voornamelijk door een daling van het aantal aangiften van zakkenrollerij en diefstal van brom-, snor-, fietsen, en overige vermogensdelicten.

De afname in het aantal aangiften kan meerdere oorzaken hebben, waaronder de afname in het aantal reizigers in de coronaperiode. Door de lockdown veranderde de gelegenheid voor bepaalde vormen van criminaliteit. Als gevolg van de oproep om zo veel mogelijk thuis te blijven en het OV te mijden, maar ook door de afname in het aantal toeristen en evenementgangers, zijn er bijvoorbeeld minder geschikte doelwitten voor zakkenrollers en fietsendieven. Vanwege het thuisblijven is enerzijds de mobiliteit afgenomen en worden er waarschijnlijk minder fietsen gestald op plaatsen waar deze makkelijk ontvreemd kunnen worden, zoals stations. Ook zijn er veel minder, voor zakkenrollers aantrekkelijke, drukbezochte OV-locaties. Verreweg de meeste voorvallen vonden plaats op of rondom het treinstation, gevolgd door een tram/bushalte, de metro en het metrostation.

Onveilig gevoel door drukte

De helft (49 procent) van de reizigers vindt het enigszins te druk in het OV en 13 procent vindt het veel te druk. Dat is meer dan in de eerste 7-8 maanden van de coronacrisis, maar minder dan daarvoor. In 2021 voelt bijna de helft van de reizigers (47 procent) zich weleens onveilig door drukte. Dat is meer dan voorgaande jaren. Vrouwen voelen zich vaker onveilig dan mannen. Ruim de helft van de vrouwen (54 procent) voelt zich vaak of soms onveilig door de drukte, tegenover 39 procent van de mannen.

Twee derde van de respondenten (64 procent) weet dat er gesurveilleerd wordt door mensen in uniform in het Amsterdamse OV en bijna drie op de vijf (57 procent) heeft hen ook weleens gezien. Het grootste deel van de reizigers voelt zich veiliger in het Amsterdamse OV door de aanwezigheid van toezichthouders: drie op de tien (31 procent) voelen zich veel veiliger en 42 procent een beetje veiliger. Dit is nagenoeg gelijk aan 2020.

Vergelijking met VM

Reizigers voelen zich net als eerdere jaren gemiddeld veiliger in het OV dan in de eigen buurt. Reizigers beoordelen de veiligheid in het OV met een 7,7 en in de eigen buurt met een 7,1. Het aandeel Amsterdammers dat overlast ervaart van rondhangende jongeren of scholieren is net als een jaar eerder lager in het OV (27 procent) dan in de eigen buurt (35 procent). Overlast van dronken mensen is daarentegen juist groter in het OV (30 procent) dan in de eigen buurt (23 procent). Het aandeel dat overlast ervaart van mensen die worden lastiggevallen is opnieuw in het OV en in de eigen buurt ongeveer gelijk (14 procent).

Amsterdammers ervaren beduidend meer drugsgerelateerde overlast in de eigen buurt in vergelijking met het OV. Zo ervaart ruim een op de vijf Amsterdammers (21 procent) een beetje of veel overlast van drugsgebruik en bijna een op de zes (17 procent) van drugshandel in de eigen buurt. Het aandeel dat in het OV overlast ervaart van drugsgebruik of drugshandel ligt met 6 procent een stuk lager. Amsterdammers schatten net als voorgaande jaren de kans iets kleiner in om slachtoffer te worden van beroving of zakkenrollerij in het OV dan in de eigen buurt. Het aandeel dat de kans (heel) klein inschat om slachtoffer te worden van mishandeling verschilt niet of nauwelijks tussen de eigen buurt en het OV.