Onderwijsdeelname statushouders in het mbo
- Publicatie
- mei 2022
Een kwart van de Amsterdamse statushouders volgt een opleiding op 1 juli 2020. Daarvan volgen 430 statushouders een mbo-opleiding (23 procent). Deze statushouders doen veelal een mbo-opleiding op niveau 1 of 2. Dit zijn enkele uitkomsten van het onderzoek ‘Onderwijsdeelname statushouders in het mbo’.
In dit onderzoek is verder gekeken op welk niveau de statushouders een diploma behaalden en hoe de mbo-onderwijsdeelname van Amsterdamse statushouders zich verhoudt tot die van statushouders in de andere G5-steden. Zijn er verschillen naar demografische kenmerken? En hoe is de ontwikkeling ten opzichte van 2019?
Samenvatting
Inleiding
Naar aanleiding van de bevindingen in de Vluchtelingenmonitor 2020 is er vanuit Werk, Participatie en Inkomen (WPI) aan OIS gevraagd om te onderzoeken in hoeverre statushouders een mbo-opleiding volgen, of dit in lijn is met de andere G5-steden en Nederland, en hoe de ontwikkeling is ten opzichte van vorig jaar. Daarvoor gebruikt OIS het meest recente Asielcohort met peildatum 1 juli 2020. Dit is beschikbaar binnen de beveiligde digitale werkomgeving van het CBS. De cijfers zijn vergeleken met peildatum 1 juli 2019.
Resultaten
Een kwart van de Amsterdamse statushouders volgt een opleiding. Dit aandeel ligt gemiddeld hoger bij de andere G5-steden en in Nederland. Jonge Amsterdamse statushouders werken vaker terwijl ze geen opleiding volgen (22 procent). Met uitzondering van Eindhoven ligt dit percentage lager in de andere steden. Deze situatie is vergelijkbaar met die op 1 juli 2019. Ten opzichte van de meeste andere G5-steden volgen 18-30-jarige statushouders in Amsterdam minder vaak een mbo-opleiding. Wanneer Amsterdamse statushouders een mbo-opleiding volgen, is dit vaak een mbo-niveau 1 of niveau 2 opleiding (72 procent). Ook het niveau van de behaalde mbo-diploma’s in 2019 ligt vaak op niveau 1 of niveau 2.
Conclusie
Op 1 juli 2020 is er weinig veranderd ten opzichte van de situatie op 1 juli 2019. Jonge Amsterdamse statushouders volgen relatief minder vaak een mbo-opleiding ten opzichte van de G5-steden en Nederland. De statushouders die op het mbo zitten, volgen vaker een mbo-opleiding op niveau 1 of 2.
Contactgegevens