Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Vrienden en volgers: de gemeente Amsterdam en sociale media

"Het college en de stadsdelen delen hun kennis en ervaring met elkaar en ook nieuwe vormen van burgerparticipatie en gebruik van sociale media zullen worden bevorderd." Zo luidt een van de kernpunten van het nieuwe bestuurlijk stelsel, zoals vastgesteld begin maart 2013. Om inzicht te krijgen in de mogelijkheden van sociale media als communicatiemiddel en als middel om de participatie van burgers te vergroten, maakte O+S in 2011 een ronde langs stadsdelen en diensten om na te gaan hoe het gesteld was met hun inzet van de belangrijkste sociale media, Facebook en Twitter. Hieruit bleek dat Facebook een groot bereik heeft onder Amsterdammers en Twitter een gering bereik, maar dat beide middelen slechts in geringe mate werden toegepast om burgers te bereiken. Begin 2013 werd opnieuw gekeken naar de inzet van deze middelen en werd ook aan Amsterdammers gevraagd wat zij vinden van sociale media als communicatiemiddel voor de gemeente.

Stadsdelen op sociale media

Bijna alle stadsdelen hebben een Facebookaccount, en het gemiddelde aantal volgers ligt rond de 670. Stadsdelen hebben vaak een eigen account gemaakt. Soms zijn er ook andere accounts die door bijvoorbeeld burgers zijn geopend. Stadsdeel Oost maakt bewust geen gebruik van een eigen stadsdeelpagina. In plaats daarvan zet het stadsdeel thematische en buurtgerichte middelen in. Een voorbeeld is de Facebookpagina “Stoffie en Blikkie” over hoe met afval om te gaan. Daarnaast sluit men aan bij bestaande platforms.

Facebook vooral voor privézaken

Van de Amsterdammers heeft circa 55 procent een Facebookaccount en rond de 20 procent twittert, de helft daarvan actief. Dat aandeel is nauwelijks veranderd ten opzichte van eind 2011. 

Facebookpagina van het stadsdeel weinig bekend

Van de Amsterdammers met een Facebookaccount weet 70 procent niet dat het stadsdeel een Facebookpagina heeft. Veel ondervraagden vinden Facebook geen geschikt middel voor gemeentelijke communicatie. Twitter wordt daar meer voor gebruikt. Hoewel minder Amsterdammers twitteren dan er op Facebook te vinden zijn, hebben de stadsdelen meer volgers op Twitter dan vrienden op Faceboook, gemiddeld 1.550 (dit zijn overigens niet allemaal Amsterdamse burgers) Enkele Amsterdamse Twitteraccounts hebben veel volgers: de gemeente Amsterdam zelf heeft circa 13.000 volgers.

Advies van Amsterdammers

Respondenten in het onderzoek geven aan dat zij sociale media, en met name Facebook, minder geschikt vinden voor gemeentelijke communicatie. Voor informatie van stadsdelen (en veel diensten) heeft men weinig belangstelling, daarvoor worden veelal andere bronnen gebruikt zoals websites, bewonersbrieven, kranten en AT5. Dat laat onverlet dat de gemeente mogelijkheden moet blijven onderzoeken om deze nieuwe media in te zetten. Recent werden in dat verband Facebook en Twitter ingezet bij de inspraak rond het nieuwe bestuurlijk stelsel. Hoewel de respons ook daar, mogelijk mede als gevolg van het onderwerp, nog matig was, leren dergelijke initiatieven de gemeente om sociale media gerichter in te zetten, als aanvulling op het standaardinstrumentarium.