Spanningen in Amsterdamse buurten in 2014
- Publicatie
- 2015
Sinds 2011 meet Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS) spanningen tussen bevolkingsgroepen in Amsterdamse buurten. Het instrument waarmee dat gebeurt bestaat uit acht stellingen. Drie van de acht stellingen meten gradaties van het mogelijke onprettig samenleven in de buurt: negatief denken over andere bevolkingsgroepen, spanningen ervaren met andere bevolkingsgroepen en contactvermijding door deze spanningen. Vijf van de acht stellingen gaan in op de oorzaak zoals overlast van jongeren of verschillende normen en waarden. Op basis van de uitkomsten van deze acht stellingen berekent OIS jaarlijks de spanningenindex.

In 2014 verslechtert de spanningsindex, na een verbetering in 2012 en 2013. De verslechtering komt doordat meer Amsterdammers spanningen voelen met buurtgenoten die uit een andere cultuur dan zijzelf komen. In 2013 gaf 15 procent van de Amsterdammers dit aan, in 2014 is dit 19 procent. De toename hiervan is het sterkst in stadsdeel Centrum, al zijn hier in vergelijking tot de rest van Amsterdam weinig spanningen. In de stadsdelen Noord en Nieuw-West zijn, net als in voorgaande jaren, de meeste spanningen.