Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Sportmonitor 2009

Zes op de tien Amsterdammers sporten minimaal één keer in de maand. Dit aandeel lag drie jaar eerder iets hoger. Daar staat tegenover dat de jeugd vaker lid is van een sportvereniging en dat de tevredenheid over de sportvoorzieningen is gestegen. In 2009 heeft de Dienst Onderzoek en Statistiek (O+S) in opdracht van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) voor de vierde keer het sportgedrag van Amsterdammers onderzocht. In totaal zijn 3.146 Amsterdammers gevraagd naar hun sportgedrag. De uitkomsten daarvan staan in de Sportmonitor 2009.

Aandeel sporters in Amsterdam iets afgenomen

In 2009 sporten zes op de tien Amsterdammers (61 procent) minimaal één keer in de maand. Dit aandeel is hoger dan in 2003 (56 procent), maar lager dan in 2006 (65 procent). De recente daling wordt veroorzaakt doordat sporters in de leeftijd van 35 tot 55 jaar minder zijn gaan sporten. Mensen in deze leeftijdsgroep zijn vooral minder aan wandelsport gaan doen. De sportdeelname van allochtonen is nog steeds lager dan die van autochtonen, ook onder de jeugd.

Fitness blijft de meest populaire sport onder Amsterdamse sporters. De populariteit is gestegen van 19 procent in 2003 naar 32 procent in 2009. Op plaats twee staat zwemmen met 15 procent. Voetbal is uit de top 3 weggevallen en hardlopen is ervoor in de plaats gekomen. Bij jongeren onder de 18 jaar is voetbal nog steeds de populairste sport.

Jeugd vaker lid van een sportvereniging

In 2006 is het programma Meedoen alle jeugd door sport gestart met als doel kinderen en jongeren uit achterstandswijken meer te laten sporten bij sportverenigingen. Deze impuls is terug te zien in de cijfers van de Sportmonitor. Onder kinderen van 6 tot 13 jaar is het lidmaatschap van een sportvereniging gestegen van 45 procent naar 50 procent en onder jongeren van 13 tot 18 jaar van 39 procent naar 47 procent. Deze stijging komt duidelijk naar voren onder voetballende jongens van Turkse en Marokkaanse afkomst. In 2006 was 64 procent van deze voetballers lid van een sportvereniging, nu is dat 75procent.

Tevredenheid over sportvoorzieningen toegenomen

Zeven op de tien Amsterdamse sporters (71 procent) is tevreden of zeer tevreden over de sportvoorzieningen in de stad. Dit aandeel lag in 2006 iets lager (68 procent). De tevredenheid over de sportvoorzieningen in het eigen stadsdeel en in de woonbuurt liggen iets lager (respectievelijk 61 procent en 63 procent), maar ook die zijn toegenomen ten opzichte van 2006 (beide 58 procent).