Alle ouders die in het eerste schooljaar van het nieuwe toelatingsbeleid hun kind hebben moeten inschrijven op een basisschool hebben een enquête thuisgestuurd gekregen. In totaal zijn ruim 10.000 ouders uitgenodigd. Er hebben 1.405 ouders meegedaan aan het onderzoek, dit geeft een totale respons van 13 procent. Het aandeel hoogopgeleiden in dit onderzoek ligt met 77 procent fors hoger dan gemiddeld in de stad. In Amsterdam als geheel is 39 procent van de potentiële beroepsbevolking hoogopgeleid.

Resultaten

Bijna de helft van de ouders is positief en een kwart is negatief over dit nieuwe toelatingsbeleid. Ouders van wie het kind op de school van eerste voorkeur kwam zijn positiever dan ouders waarbij dit niet gebeurde.

Sommige Amsterdamse basisscholen zaten na alle inschrijfrondes al vol. Deze scholen hebben mogelijk moeten loten. Zij hebben daardoor kinderen die deze school als voorkeur hadden misschien niet allemaal kunnen plaatsen. Dit zijn relatief vaak scholen in Zuid of Centrum en scholen met een specifiek onderwijsconcept. Denk hierbij aan Montessori, Dalton of een Vrije School.

Als er op alle scholen voldoende plek zou zijn, dan zou een kwart van de ouders misschien (13 procent) of zeker (10 procent) een andere school op 1 of 2 zetten. Deze ouders hebben dus strategisch gekozen.

Ouders geven aan dat het belangrijkste bij het kiezen van een school is dat het een school in de buurt is en dat de sfeer op een school goed is. In onderstaande figuur zijn de belangrijkste verschillen tussen de stadsdelen samengevat. Hier is te zien dat in Zuid en Noord de ouders het meest kritisch zijn. In Oost en Zuidoost bestaat de meeste tevredenheid rondom het nieuwe beleid.