Vrijheidsmonitor, nulmeting 2009
- Publicatie
- 2010
D66 heeft een voorstel gedaan aan de gemeenteraad van Amsterdam voor een onderzoek naar de beleving van vrijheid in Amsterdam. Dienst Onderzoek en Statistiek (O+S) is benaderd om te bezien welke indicatoren bruikbaar zijn om een 'Vrijheidsmonitor' te maken.

De eerste vraag is 'hoe meet je vrijheid?' Vrijheid is een breed begrip en speelt een rol op verschillende terreinen, bijvoorbeeld bij meningsuiting, het inrichten van je eigen leven en privacy. Onderzoek naar vrijheid is daardoor complex. Daarnaast is er nog weinig onderzoek uitgevoerd naar vrijheid en vrijheidsbeleving. Om grip te kunnen krijgen op het meten van vrijheid is gezocht naar de meest concrete invulling van het begrip. Uiteindelijk is gekozen voor vrijheid binnen de context van veiligheid. Veiligheidsmaatregelen kunnen invloed hebben op de ervaring van vrijheid. Weerstand tegen de maatregelen kan gezien worden als beperking van de vrijheidsbeleving van Amsterdammers. Het onderzoek is een verkennend en de resultaten moeten gezien worden als een eerste stap richting een bredere 'Vrijheidsmonitor'.Het onderzoek is uitgevoerd onder 603 Amsterdammers waarvan 160 telefonisch benaderd zijn en 443 via het online panel van O+S.
Amsterdammers en vrijheid
Een meerderheid van Amsterdammers (62 procent) is over het algemeen bereid bepaalde vrijheden in te leveren voor veiligheid van iedereen. De vrijheidsbeleving van Amsterdammers wordt voor een kleinere groep wel ingeperkt ten koste veiligheid (18 procent). De vrijheidsbeleving neemt af naarmate de veiligheidsbeperkende maatregelen meer persoonsgericht zijn. Zo ervaren Amsterdammers maatregelen als beveiligers in het openbaar vervoer en handhavers op straat naar verhouding als het minst vrijheidsbeperkend. Het volgen van personen door chips in identificatiebewijzen en het afluisteren van mobiele telefoons hebben naar verhouding de meest negatieve invloed op de vrijheidsbeleving. Tenslotte lijkt het oordeel van veel respondenten over vrijheid versus veiligheid relatief onstabiel. Een negatief oordeel van een bekende over een maatregel kan bijvoorbeeld een sterke invloed hebben op het eigen oordeel.
Verschil tussen Amsterdammers?
Een meerderheid van de Amsterdammers is het eens dat de overheid bepaalde vrijheden in mag perken ten behoeve van de veiligheid (62 procent). Deze meerderheid bestaat uit alle groepen Amsterdammers; er is geen verschil in de steun van respondenten uit verschillende huishoudenstypen, van verschillend geslacht, verschillend opleidingsniveau en herkomst. Er is wel een verschil tussen leeftijdsgroepen; hoe ouder de respondent, des te hoger de algemene steun. Er zijn ook geen verschillen gevonden voor de methode van afname (telefonisch versus panel).
Het algemene beeld van dit verkennende onderzoek is dat mensen bereid zijn vrijheid in te leveren omdat voor hen de opbrengst duidelijk is; het leidt tot (meer) veiligheid. De vraag is wat de gevolgen zijn als dit onderwerp breder en binnen een andere context benaderd wordt. In dit onderzoek ligt de nadruk namelijk op vrijheidsbeperkende veiligheidsmaatregelen en andere ontwikkelingen zoals de OV-chipkaart, de vingerafdruk in het paspoort en het kentekenrijden zijn niet meegenomen. Deze ontwikkelingen zijn onduidelijker in hun doel wat betreft veiligheid. Hoe de maatregelen en systemen zoals de OV-chipkaart de veiligheid moeten waarborgen en vergroten is minder concreet.