De toename van het aantal huishoudens met kinderen in de stad komt vooral doordat er steeds meer gezinnen met volwassen kinderen in de stad wonen. In 2025 waren dat er 45.000. Voor jongeren is het lastig eigen woonruimte te vinden, en zij blijven daarom langer thuis wonen. Het aantal jonge gezinnen in de stad is al sinds 2007 behoorlijk stabiel: ongeveer 23.000.

Wel nam sinds 2013 juist onder deze groep het vertrek uit de stad sterk toe. Dat het aantal jonge gezinnen in de stad tegelijkertijd niet afnam, is te danken aan het feit dat het aantal geboortes nog redelijk op peil bleef. Vanaf 2022 neemt het vertrek van jonge gezinnen weer iets af.

Tussen 2011 en 2025 is de samenstelling van de thuiswonende kinderen in Amsterdam wel veranderd, maar niet veel. In beide jaren woont twee derde van de kinderen met twee ouders en is het aandeel van de kinderen met een migratieachtergrond niet veranderd: 64 procent.

Wel zijn de Amsterdamse kinderen van 2025 gemiddeld wat ouder dan die van 2011. Ze hebben vaker een gemengde achtergrond, waarbij één ouder in Nederland geboren is en één ouder in het buitenland. Ze wonen vaker in een koopwoning en minder vaak krap. Ook leven steeds minder kinderen in de stad in armoede.

Uit de analyse van verhuiswensen blijkt dat Amsterdamse gezinnen graag in de stad zouden willen blijven. Maar de behoefte aan meer ruimte in en om het huis blijven aanwezig en zijn vaak lastig te realiseren binnen de stadsgrenzen. Veel gezinnen wijken daarom uit naar andere gemeenten, als ze zich dat tenminste kunnen veroorloven. De meeste kinderen, ruim 92.000, groeien op in een corporatiewoning en voor deze gezinnen is het nog moeilijker een woning te vinden die in hun behoefte aan meer ruimte voorziet.