Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

1 miljoen inwoners in 2034?

Vandaag brengen het Planbureau voor de Leefomgeving en het Centraal Bureau voor de Statistiek de nieuwe regionale bevolkingsprognose uit. In vergelijking met de vorige prognose laat de nieuwe prognose voor Amsterdam een forse toename van de bevolkingsgroei zien.

Prognoses vergeleken

Zowel de PBL/CBS prognose als de prognose van OIS worden opgesteld door het simuleren van demografische gebeurtenissen. Daarbij worden aannames gedaan over ontwikkelingen op de lange termijn. Niet alle ontwikkelingen zijn even goed te voorzien. In de nieuwste prognose hebben PBL en CBS gewerkt met onzekerheidsintervallen, waarbij voor elke gemeente naast de ‘gewone’ prognose ook varianten zijn gesimuleerd waarin de aannames voor toekomstige demografische ontwikkelingen iets minder waarschijnlijk zijn. De uitkomsten van deze varianten hebben geleid tot een onder- en bovengrens van de prognose: de werkelijke cijfers bevinden zich in twee derde van de gevallen binnen deze grenzen.

Bevolking Amsterdam volgens PBL/CBS en OIS, in duizenden, 2011-2019

Bovenstaande figuur laat de verwachte bevolkingsontwikkeling volgens de PBL/CBS prognose en de prognose van OIS zien. Te zien is dat de verwachtingen voor de komende 10 jaar niet ver uiteen lopen. Vanaf 2025 gaan lopen de verwachtingen voor het toekomstig inwonertal verder uiteen. Ook is te zien dat de verwachting in de huidige PBL/CBS-prognose flink afwijkt van de vorige prognose, die in 2013 is opgesteld.

Meer woningen volgens PBL en CBS

De verschillen tussen beide prognoses kunnen grotendeels worden verklaard door andere aannames over de ontwikkeling van de Amsterdamse woningvoorraad. PBL en CBS gaan er vanuit dat er tussen 2015 en 2040 bijna 98.0000 woningen aan de voorraad worden toegevoegd; OIS gaat uit van iets meer dan 64.000 extra woningen. Daarbij baseert OIS zich op de Amsterdamse Structuurvisie 2010-2040, waarin de ambitie is vastgelegd om tussen 2010 en 2040 70.000 woningen toe te voegen aan de voorraad.

Daarnaast verschilt het tempo waarin deze woningen volgens beide prognoses worden opgeleverd. In beide prognoses wordt verwacht dat er de komende 10 jaar flink gebouwd gaat worden, zoals dat nu al gebeurt. Na 2025 gaat OIS uit van een productie van zo’n 1.300 woningen per jaar, terwijl PBL en CBS uitgaan van een jaarlijkse productie van bijna 3.000 woningen.

woningvoorraad Amsterdam volgens PEARL en IOS prognoses, in duizenden, 2012-2040

Meer mensen per woning volgens PBL en CBS

Naast het verschil in het toekomstige aantal woningen  volgens beide prognoses, verschilt ook de aanname over wie er in deze woningen terecht komen. PBL en CBS veronderstellen een hogere gemiddelde huishoudensgrootte, dan OIS. Volgens OIS zal de toename van de woningvoorraad ertoe leiden dat minder Amsterdammers een woning  zullen delen; ze zullen bij voorkeur een eigen woning opzoeken. PBL en CBS gaan er juist van uit dat de nieuwe woningen in de stad zullen leiden tot meer relatie- en gezinsvorming en daarmee tot een stijging van de gemiddelde huishoudensgrootte.

De toelichting bij de OIS prognose is te vinden in ons artikel over de bevolkingsprognose dat in februari 2016 verscheen. Begin 2017 publiceert OIS een nieuwe bevolkingsprognose. Daarin zullen recente ontwikkelingen, waaronder die rond de woningbouw en die van de gemiddelde huishoudengrootte, zeer waarschijnlijk leiden tot aangepaste aannames.