Ambities

Ewald Engelen en Annet Jantien Smit waarschuwen in een recent artikel in Rooilijn dat ambities niet moeten voortkomen uit wensdenken. De plannen voor de Zuidas zijn gebaseerd op vrij optimistische plannen over de positie van Amsterdam ten opzichte van andere wereldsteden. Het uitgangspunt was dat de vestiging van wereldwijd opererende ondernemingen op de Zuidas andere bedrijven zoals juridische en financiële dienstverleners zou aantrekken.

Afnemend belang grootschalige financiële sector

In de jaren negentig was de financiële sector een belangrijke trekker van de economie, ook in Amsterdam. Sinds 2001 is dit veranderd. Amsterdam verliest zijn aandeel aan Londen, de werkgelegenheid in de financiële dienstverlening is met 10% afgenomen, het aantal buitenlandse banken en effectenhandelaren is met een kwart gedaald. Engelen en Smit verwachten dat de toekomst van de financiële dienstverlening in Amsterdam ligt in kleinschalige bedrijven, die veel met elkaar te maken hebben en beter maatwerk kunnen leveren.

Hoe dan verder?

Het idee dat dienstverlening volgend is op locatiebeslissingen van grote multinationals lijkt achterhaald. De Zuidas zal het in de toekomst meer moeten hebben van de kleinschalige financiële en juridische dienstverlening. De Zuidas kan hierop inspelen door in plaats van te mikken op grote bedrijven, meer te luisteren naar de vestigingswensen van kleinschaliger financiële en juridische bedrijvigheid. Dit vereist een andere visie op het stedenbouwkundige programma en de morfologie van de Zuidas. Wat volgens Engelen en Smit bovendien van essentieel belang is voor het welslagen van dit prestigeobject is dat het aanbod van voorzieningen veel ruimer wordt dan de zeven horecavoorzieningen waar men het nu nog mee moet doen. Behalve meer horeca zijn er winkels, stomerijen, kappers, culturele voorzieningen en fitness clubs nodig. Anders zal de Zuidas nooit een serieuze concurrent worden voor bedrijven die nu nog overwegend in Amsterdam-Centrum en Oud Zuid gevestigd zijn.