Iets minder vertrouwen in de economie
- 17 februari 2015
Amsterdammers hebben in januari 2015 iets minder vertrouwen in de economie dan in mei 2014, net zoals het nationale beeld laat zien.

OIS heeft het consumentenvertrouwen sinds 2009 voor de vijfde keer gepeild, dit keer onder 525 Amsterdammers. Met uitzondering van de meting in oktober 2012 oordelen Amsterdammers steeds positiever dan consumenten op nationaal niveau.
Het vertrouwen van de Nederlander wordt iedere maand door het CBS onderzocht. OIS meet het consumentenvertrouwen op dezelfde manier als het CBS: er worden vijf vragen gesteld, twee over de economische situatie in heel Nederland, hier wordt het economische klimaat op gebaseerd en drie over de eigen financiële situatie, op basis hiervan is de koopbereidheid bepaald. In het consumentenvertrouwen tellen zowel het oordeel over het economische klimaat als de koopbereidheid mee.
Over de economische situatie in Nederland is men het meest positief. Dit blijkt uit de relatief hoge score op economisch klimaat. De koopbereidheid, die een weerspiegeling is van de eigen financiële situatie, blijft hierbij achter. Mogelijk heeft dit te maken met de lage inflatie. Een aanhoudende daling van het prijspeil kan leiden tot uitstel van aankopen, in afwachting van nog lagere prijzen.
Amsterdam +1, Nederland -6
Gemiddeld is het Amsterdamse consumentenvertrouwen in januari (voor de verkiezingen in Griekenland) met +1 net positief, terwijl het CBS voor heel Nederland op -6 uitkomt. Onder het Amsterdamse gemiddelde gaan behoorlijke verschillen schuil: naar leeftijd, geslacht, opleidingsniveau, huishoudentype en het wel of niet hebben van een betaalde baan. Jonge, werkende, hoogopgeleide mannen die samenwonen en samen een netto inkomen van meer dan €3.050 hebben, hebben het meeste vertrouwen in de economie. De keerzijde is dat 55-plussers, laagopgeleiden, niet werkenden en mensen die deel uitmaken van een eenoudergezin behoorlijk negatief scoren.
Bijgestelde reeks
Het consumentenvertrouwen is in januari 2015 gemeten onder 525 Amsterdammers, 311 via het burgerpanel van OIS en 214 via telefonische interviews. Dit jaar is er een uniforme weegmethode toegepast op alle vijf de meetmomenten. Zo is er gecorrigeerd voor leeftijd en opleidingsniveau. Wanneer er geen gelijke verdeling was tussen respondenten die via het panel en telefonisch meededen, is ook daarvoor gecorrigeerd. De figuur consumentenvertrouwen laat de gecorrigeerde reeks zien. Afwijkingen ten opzichte van de eerdere webberichten zijn het gevolg van de weegmethode.