Leerlingzorg in voortgezet onderwijs op goede weg
- 21 juli 2005
Op negen van iedere tien scholen in het voortgezet onderwijs is een zorgadviesteam aanwezig. Scholen vinden dat zorgadviesteams leerlingen met leer- of gedragsproblemen doeltreffend aanpakken en dat zorgadviesteams de hulpverlening sneller dan voorheen organiseren. Dat zijn de belangrijkste uitkomsten van een landelijk onderzoek naar de samenwerking tussen het voortgezet onderwijs en instellingen op het gebied van jeugdzorg, leerplicht, gezondheidszorg en maatschappelijk werk.

In 2002 hebben provincies, gemeenten en het Rijk afspraken met elkaar gemaakt over de samenwerking tussen het voortgezet onderwijs en instellingen op het gebied van welzijn, gezondheidszorg, leerplicht, jeugdzorg en veiligheid. Met deze overeenkomst wordt beoogd de leerlingzorgstructuur in het onderwijs gestalte te geven. De afspraken zijn vastgelegd in de zogenaamde BANS-notitie 'Niemand de deur uit...'.In een landelijk onderzoek van het Landelijk Centrum Onderwijs & Jeugdzorg/NIZW Jeugd en O+S uitgevoerd onder scholen voor voortgezet onderwijs, samenwerkingsverbanden in het onderwijs en gemeenten in 2004 is nagegaan in hoeverre de afspraken uit de BANS-notitie zijn gerealiseerd.Scholen vervullen een belangrijke functie in het signaleren, begeleiden en oplossen van problemen van leer- en gedragsproblemen. Veel scholen hebben een zorgadviesteam. Het doel van het zorgadviesteam is door goede samenwerking tussen de school en de jeugd(gezondheids)zorg leerlingen met sociaal-emotionele problemen snel passende hulp te bieden. Een zorgadviesteam bestaat uit een groep deskundigen van verschillende disciplines. In het zorgadviesteam wordt de hulpvraag van een leerling vastgesteld en wordt bepaald of een leerling naar een vorm van jeugdzorg moet worden doorverwezen.
- Op negen van iedere tien scholen (89%) is een zorgadviesteam aanwezig.
- In de BANS zijn er vier externe kerninstellingen aangewezen die aan een zorgadviesteam dienen deel te nemen: schoolarts, leerplicht/RMC, maatschappelijk werk en Bureau Jeugdzorg. In het onderzoek is vastgesteld in welke mate deze instellingen deelnemen aan een zorgadviesteam. We noemen alleen het percentage vaste deelnemers: de schoolarts (in 69% van de zorgadviesteams), de leerplichtambtenaar (60%), schoolmaatschappelijk werk (48%), algemeen maatschappelijk werk (18%) en Bureau Jeugdzorg (50%).
- De helft van de scholen (45%) werkt samen met andere lokale of regionale netwerken, in het bijzonder het netwerk school en veiligheid en het RMC-netwerk.
- Eén van de elementen van het BANS-akkoord is dat afspraken over samenwerking tussen scholen en instellingen en de inzet van instellingen in zorgadviesteams niet vrijblijvend zijn en worden vastgelegd. Volgens scholen en gemeenten liggen de uitvoeringsafspraken voor 68% tot 83% van de vier kerninstellingen vast. Dit betreft zowel schriftelijke als mondeling afspraken. Het percentage schriftelijke afspraken varieert van 35% tot 68%.
- Naast de vier kerninstellingen zijn er ook afspraken gemaakt met op afroep beschikbare instellingen: politie, Bureau Halt en het Openbaar Ministerie), variërend van 36% tot 74%.
- Leden van zorgadviesteams op scholen en van samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs, gemeenten en provincies oordelen positief over de resultaten van zorgadviesteams. Zij vinden dat zorgadviesteams problemen doeltreffend aanpakken en de hulpverlening sneller dan voorheen mobiliseren. In detail: 59% van de scholen vindt de aanpak doeltreffend en 57% vindt dat hulp en begeleiding sneller worden gerealiseerd. Minimaal acht van iedere tien scholen zien in ten minste enige mate resultaten op deze gebieden.
- Daarnaast zien scholen een verbetering optreden in de samenwerking tussen school en externe instellingen bij zorgverlening (50%), het welbevinden van leerlingen met problemen (35%) en het eerder signaleren van problemen (31%).
- Een kwart van de scholen met zorgteams (23%) is van oordeel dat zorgadviesteams in (hoge) mate een bijdrage leveren aan het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Een ruime meerderheid (81%) is van mening dat de zorgadviesteams in enige mate een bijdrage leveren.