Direct naar inhoudDirect naar contactgegevens

Lokale veiligheidsnetwerken, bevindingen uit twee Amsterdamse studies

Woensdag 7 juli jl. werden twee onderzoeken naar Amsterdamse veiligheidsnetwerken gepresenteerd op een symposium dat door de Dienst Onderzoek en Statistiek van de gemeente Amsterdam en de Leerstoel Veiligheid en Burgerschap van de Vrije Universiteit werd georganiseerd. Beide in stadsdeel Oost uitgevoerde onderzoeken richtten zich op de samenwerking van organisaties die betrokken zijn bij veiligheid. In het eerste onderzoek 1) is bekeken hoe bij incidenten samenwerking tussen (veiligheids)organisaties ad hoc tot stand komt.

Het tweede onderzoek 2) ging in op de invulling van regie in een meer structureel veiligheidsnetwerk, dat is opgetuigd om door middel van doorlopende samenwerking een veiligheidsprobleem aan te pakken.Ilse de Groot en Hans Boutellier hebben een theoretische verkenning uitgevoerd waaruit zes voorwaarden naar voren komen die nodig zijn voor het slagvaardig functioneren van een veiligheidnetwerk. In drie casussen van een ad hoc veiligheidsprobleem (een overlastgevende jongere, een gepeste homoseksuele buurtbewoner en een drugspand) is empirisch bewijs geleverd voor het belang van deze factoren.

Voorwaarden voor slagvaardigheid in een veiligheidsnetwerk

  • Drive: de mate waarin sprake is van initiatief (bij voorkeur van onderop), gemotiveerdheid van deelnemende actoren en een gedeeld gevoel van urgentie.
  • Inhoudelijke richting: de mate waarin sprake is van een gedeelde analyse, doelstellingen en onderling erkende coördinatie.
  • Organisatiemandaat: de mate waarin deelnemende actoren gemachtigd zijn door de organisaties die zij vertegenwoordigen om beslissingen te nemen.
  • Operationele eenheid: de mate waarin deelnemende partijen elkaar kunnen vinden in een gemeenschappelijke schaal van opereren (regio, stad, stadsdeel, buurtcombinatie, buurt of straat).
  • Normatieve balans: de mate waarin het netwerk slaagt in het vinden van een balans tussen controle en vertrouwen in aanpak (repressief versus preventief) en samenwerking (regulering versus persoonlijk contact).
  • Instrumentele afstemming: de mate waarin actoren er in slagen interventies (tussen licht naar zwaar) in goede samenspraak in te zetten.

Het onderzoek van Jolijn Broekhuizen laat zien hoe door middel van een sociale netwerkanalyse relatief gemakkelijk inzicht kan worden gekregen in complexe veiligheidsnetwerken. Aan de hand van een vooraf opgestelde lijst van betrokken (veiligheids)organisaties wordt nagegaan welke organisaties contact met elkaar hebben, in welke frequentie en of dit vooral informele of formele netwerken betreffen. Met behulp van een netwerkanalyse programma is het vervolgens mogelijk veel inzicht in de relaties binnen het netwerk te krijgen.

Zo bleek er in voormalig stadsdeel Oost-Watergraafsmeer sprake van een uitgebreid en hecht netwerk: van de 36 betrokken organisaties hebben er gemiddeld 18 contact met elkaar. Diverse partijen spelen een prominente rol in het netwerk, zoals het stadsdeel, zorginstellingen, de politie en woningcorporaties. Het informele netwerk is bij de politie, in tegenstelling tot bij het stadsdeel, sterk ontwikkeld. De regie in het veiligheidsnetwerk bleek ten slotte versnipperd te zijn.

Voor vragen, meer informatie of de aanvraag van de rapporten kunt u terecht bij j.broekhuizen@os.amsterdam.nl of ilsedegroot@ratioresearch.nl. De PowerPoint presentaties zijn onder het kopje ‘download’ rechts op deze pagina als pdf te downloaden.1) Ilse de Groot en Hans Boutellier, ‘Tussen complexiteit en slagvaardigheid’, VU Amsterdam, 20102) Jolijn Broekhuizen, ‘Veiligheidsnetwerk drugs en drankoverlast in Oost-Watergraafsmeer’, VU Amsterdam/O+S, 2010