Maar dat betekent niet dat kiesgerechtigden ook massaal gaan stemmen. Van degenen die vijf jaar geleden hebben gestemd zegt 80-90 procent zeker weer te gaan stemmen.

Bij de afgelopen verkiezingen voor het Europees parlement, in 2004 en 2009, stemde tussen 35 en 40 procent van de kiesgerechtigden.

Sinds de eerste verkiezingen in 1979 staan de traditionele partijen, VVD, CDA en PvdA, op verlies. In 1979 haalden deze drie nog zo’n 70 procent van de stemmen, in 2009 nog geen 30 procent.

D66, GroenLinks, SP en recentelijk de PVV, weten daar met wisselend succes van te profiteren.

Ook nu staan de traditionele partijen op verlies, zo blijkt uit een peiling van O+S in opdracht van AT5 onder 518 Amsterdammers. Verder bevestigt de peiling trends van de afgelopen verkiezingen. D66, dat in 2009 al als grootste eindigde, wint en haalt volgens deze peiling net als bij de gemeenteraadsverkiezingen ongeveer een kwart van de stemmen. Ook de SP staat op winst.

Verlies is er voor de PvdA, die in 2009 al sterk verloor, en voor de VVD. De PVV lijkt het resultaat van vijf jaar geleden te evenaren.

De uitkomsten van de peiling zijn niet meer dan een indicatie van de belangrijkste trends. Gegeven de lage verwachte opkomst, kunnen verschillen in motivatie om op te komen, grote invloed hebben op de uiteindelijke uitslag.